Operation Manual

Voorbeeld van een netwerkomgeving
(A): Kantoor 1
(A) – 1: LAN 1
(A) – 2: LAN 2
(B): Kantoor 2
(B) – 1: LAN 1
(B) – 2: LAN 2
(C): WAN
(D): Internet
Introductie van instellingen voor printerverbinding
De volgende twee methoden zijn beschikbaar voor de netwerkverbinding van de printer. De printer is met beide
methoden rechtstreeks verbonden met het netwerk.
Server/clientverbinding (printer delen met de Windows-server)
Peer-to-peer-verbinding (rechtstreeks afdrukken)
Gerelateerde informatie
& “Server/clientverbindingsinstellingen” op pagina 13
& “Peer to Peer-verbindingsinstellingen” op pagina 13
Beheerdershandleiding
Voorbereiding
12