Operation Manual
1. Selecteer Wi - F i op het startscherm.
2. Selecteer Wi - Fi D ir e c t i n s te l l e n .
3.
Selecteer Verbinding instellen.
4. Druk op de knop OK om de installatie te starten.
5. Druk op de knop OK.
6.
Kijk op het bedieningspaneel van de printer welke SSID en welk wachtwoord worden weergegeven.Selecteer in
het scherm Netwerkverbinding van de computer of het smart device de SSID die wordt weergegeven op het
bedieningspaneel van de printer om verbinding te maken.
7. Voer op de computer of het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel
van de printer.
8. Nadat de verbinding is gemaakt, drukt u op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
9. Druk op de knop OK.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 25
& “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 128
Geavanceerde netwerkinstellingen maken
U kunt de naam van het netwerkapparaat, de TCP/IP-instellingen, de DNS-server enzovoort aanpassen.Controleer
de netwerkomgeving voordat u wijzigingen aanbrengt.
1.
Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Systeembeheer > Netwerkinstellingen > Geavanceerde inst..
3. Selecteer het menu-item dat u wilt congureren en selecteer vervolgens de waarden of geef deze op.
Gerelateerde informatie
& “Items voor Geavanceerde netwerkinstellingen
congureren
” op pagina 23
Items voor Geavanceerde netwerkinstellingen congureren
Selecteer het menu-item dat u wilt
congureren
en selecteer vervolgens de waarden of geef deze op.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
23










