Operation Manual

Instel. > Onderhoud
PrintkopControle spuitm.:
Selecteer deze functie om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn. De
printer drukt een spuitkanaaltjespatroon af.
Printkop reinigen:
Selecteer deze functie om verstopte spuitkanaaltjes in de printkop te reinigen.
Printkop uitlijnen:
Gebruik deze functie om de printkop bij te stellen om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Uitl. lijn regelafst.
Selecteer deze functie om verticale lijnen uit te lijnen.
Verticale uitlijning
Selecteer deze functie als uw afdrukken wazig zijn of als tekst en lijnen niet goed zijn uitgelijnd.
Horizontale uitlijning
Selecteer deze functie als zich op uw afdrukken op regelmatige afstand horizontale strepen
bevinden.
Vervangen patronen:
Gebruik deze functie om de cartridges te vervangen voordat de inkt opgebruikt is.
Papiergeleider reinigen:
Selecteer deze functie als zich op de interne rollen inktvlekken bevinden. De printer voert papier in
om de interne rollen te reinigen.
Gerelateerde informatie
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 164
& “De printkop uitlijnen” op pagina 165
& “Cartridges vervangen” op pagina 158
& “Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 167
Menuopties voor Statusv.afdrukk.
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Statusv.afdrukk.
Statusblad conguratie:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de actuele status en instellingen van de printer.
Statusblad voorraad:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de status van de verbruiksaccessoires.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
63