Operation Manual

Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.)
Congureer geavanceerde netwerkinstellingen om een statisch IP-adres te gebruiken.
Gerelateerde informatie
& “Handmatig Wi-Fi-instellingen
congureren
” op pagina 27
& “Wi-Fi-instellingen
congureren
via de drukknopinstelling (WPS)” op pagina 28
&
“Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 29
& “Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 30
& “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 31
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren
U kunt de gegevens die voor de verbinding met een toegangspunt nodig zijn handmatig opgeven op het
bedieningspaneel van de printer.Voor het handmatig instellen hebt u de SSID en het wachtwoord van het
toegangspunt nodig.
Opmerking:
Als u een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label
vermeld staan.Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die het toegangspunt hee
ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Wi - Fi (a anb e vol en ) .
Als de printer al is verbonden via Ethernet, selecteert u Router.
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven.Tik op Instellingen
wijzigen om de instellingen te wijzigen.
Als de printer al is verbonden via Ethernet, tikt u op Wij zi g n a a r Wi - F i - v er bi nd in g. en selecteert u vervolgens
Ja nadat u het bericht hebt gecontroleerd.
4.
Selecteer Wizard Wi-Fi instellen.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
27