Operation Manual

& “Een e-mailserver congureren” op pagina 190
& Contactpersonen beheren” op pagina 52
& “Originelen plaatsen” op pagina 48
& “Modus Scannen” op pagina 23
& “Presets-modus” op pagina 38
& “Scannen m.b.v. Document Capture Pro (uitsluitend voor Windows)” op pagina 83
Scannen naar een netwerkmap of FTP-server
U kunt de gescande aeelding in een specieke map op een netwerk opslaan. U kunt de maplocatie rechtstreeks
invoeren, maar het is wellicht eenvoudiger om de mapinformatie eerst in de contactpersonenlijst op te slaan.
Opmerking:
Voordat u deze functie gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de instellingen Datum/tijd en Ti j d s v e r s c h i l van de printer juist
zijn. Open de menu's via Systeembeheer > Algemene instellingen.
1. Plaats de originelen.
2. Ga naar de modus Scannen via het hoofdscherm.
3. Selecteer Netwerkmap/FTP.
4.
Specieer
de maplocatie.
Om te selecteren uit de lijst met contactpersonen: Druk op Contacten, selecteer een contactpersoon en
druk dan op Doorg..
Om de maplocatie rechtstreeks in te voeren: Druk op Locatie invoeren. Selecteer Communicatiemodus,
voer de maplocatie in als Locatie en pas dan de andere mapinstellingen aan.
Opmerking:
Voer het mappad in de volgende opmaak i.
Als u SMB gebruikt als de communicatiemodus:
\\hostnaam\mapnaam
Als u FTP gebruikt als de communicatiemodus:
p://hostnaam/mapnaam
5.
Druk op Indeling en selecteer dan de geschikte bestandsindeling.
6. Druk op Menu en pas de instellingen aan voor Bestandsinstellingen en Basisinstellingen.
Opmerking:
Als u PDF selecteert als bestandsindeling, kunt u een wachtwoord instellen om het bestand te beveiligen. Selecteer
PDF-instellingen en
congureer
hier de instellingen.
Druk op Voorinstelling om uw instellingen als een preset op te slaan.
7. Druk op de knop
x
.
De gescance
aeelding
wordt opgeslagen.
Gerelateerde informatie
& “Systeembeheer” op pagina 29
Gebruikershandleiding
Scannen
82