Operation Manual

1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3.
Selecteer Druk af in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon detai ls of
d
om het afdrukvenster te vergroten.
4. Stel het volgende in.
Printer: Selecteer uw printer.
Voorinstellingen: Kies wanneer u de opgeslagen instellingen wilt gebruiken.
Papierformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Afdrukstand: Selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Opmerking:
Selecteer de liggende afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
57