Operation Manual

Buiten de printer
Een computer (PC-FAX-ontvangst)
Een extern geheugenapparaat
Tot 5 doorstuurbestemmingen
- E-mailadressen
- Gedeelde mappen in een netwerk
- Ander faxapparaten
Gerelateerde informatie
& “Opslaan en doorsturen instellen op Faxen ontvangen (Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen)” op pagina 82
& Menu Instellingen opsl./doorsturen” op pagina 91
& Instellingen
congureren
voor het verzenden en ontvangen van faxen op een computer” op pagina 89
Opslaan en doorsturen instellen op Faxen ontvangen (Onvoorwaardelijk
opslaan/doorsturen)
U kunt instellen dat faxen van niet-gespeciceerde afzenders worden opgeslagen en doorgestuurd. Als u
instellingen maakt voor het doorsturen van ontvangen faxen, moet u de bestemmingen van doorsturen eerst
toevoegen aan de contactenlijst. Om een e-mailadres door te sturen, moet u ook de instellingen van de e-
mailserver van tevoren congureren.
Volg de onderstaande stappen. Voor het maken van instellingen voor het opslaan van ontvangen faxen met gebruik
van de functie PC-FAX, raadpleegt u de gerelateerde informatie verderop in dit onderwerp.
1. Op het startscherm op het bedieningspaneel van de printer selecteert u Instel..
2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > Instellingen opsl./doorsturen
> Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen.
Wanneer een bericht wordt weergegeven, leest u de inhoud en tikt u vervolgens op OK.
3. Maak de onderstaande instellingen aankelijk van de bestemmingen voor opslaan en doorsturen.
De volgende opties kunnen tegelijk worden gebruikt.
Opslaan van ontvangen faxen in het Postvak IN:
A
Selecteer Opslaan in postvak IN om dit in te stellen op Aan.
B
Als een bericht wordt weergegeven, leest u de inhoud en selecteert u vervolgens OK.
Gebruikershandleiding
Faxinstellingen
82