Operation Manual

Aansluiten op een telefoonlijn.................71
Compatibele telefoonlijnen.................71
De printer aansluiten op een telefoonlijn.......72
Uw telefoontoestel aansluiten op de printer. . . . . 73
De printer klaarmaken voor het verzenden en
ontvangen van faxen (met gebruik van Wizard
faxinstelling).............................75
Afzonderlijke instellingen congureren voor de
faxfuncties van de printer....................77
De instelling Ontvangstmodus..............78
Instellingen voor een extern telefoontoestel
congureren...........................79
Afdrukinstellingen congureren om faxen te
ontvangen.............................80
Instellingen congureren voor het opslaan en
doorsturen van faxen.....................81
Instellingen
congureren
voor het blokkeren
van ongewenste faxen.....................88
Instellingen congureren voor het verzenden
en ontvangen van faxen op een computer. . . . . . 89
Menuopties voor Faxinstellingen...............90
Menu Knop Snelle bewerking...............90
Menu Verzendinstellingen.................91
Menu Ontvangstinstellingen................91
Menu Rapportinstellingen.................97
Menu Basisinstellingen....................97
Menu Veiligheidsinstel.................... 99
Fax-aansl. controleren................... 100
Wizard faxinstelling.....................100
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen.................101
Ethernet-verbinding.....................101
Wi-Fi-verbinding.......................102
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt).........................102
Een computer verbinden....................103
Een smart device verbinden.................104
Verbinding maken met een smart device via
een draadloze router.....................104
Verbinding maken met een iPhone of iPad
(iOS-apparaten) met Wi-Fi Direct...........104
Verbinding maken met Android-apparaten
via Wi-Fi Direct........................107
Verbinding maken met niet-iOS- of Android-
apparaten via Wi-Fi Direct................109
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer. . . . 113
Wi - F i - i n s t e l l i n g e n
congureren
door de SSID
en het wachtwoord in te voeren.............113
Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling (WPS)................114
Wi-Fi-instellingen congureren via de
pincode-instelling (WPS).................115
Geavanceerde netwerkinstellingen maken. . . . . 116
De status van de netwerkverbinding controleren. . 118
Netwerkpictogram......................118
De gedetailleerde netwerkinformatie
controleren op het bedieningspaneel.........118
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . 119
Een netwerkstatusvel afdrukken............125
Draadloze routers vervangen of toevoegen. . . . . . .126
De verbindingsmethode met een computer
wijzigen................................126
De netwerkstatus wijzigen naar ethernet op het
bedieningspaneel.........................127
De instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) wijzigen.....................127
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . .128
Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig
Toegangspunt) verbreken vanaf het
bedieningspaneel.........................128
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel.........................129
Afdrukken
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
in Windows.............................130
Het printerstuurprogramma openen.........130
Basisprincipes voor afdrukken............. 131
Dubbelzijdig afdrukken..................132
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . .133
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde)........ 134
Een verkleind of vergroot document afdrukken 134
Een aeelding vergroot afdrukken op
meerdere vellen (een poster maken)......... 135
Afdrukken met een kop- en voettekst........ 141
Een watermerk afdrukken.................142
Met een wachtwoord beschermde bestanden
afdrukken............................143
Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken. . . 143
Afdrukken met de afdrukfunctie Universele
kleuren..............................144
De afdrukkleur aanpassen.................145
Dunne lijnen benadrukken tijdens het
afdrukken............................146
Duidelijke streepjescodes afdrukken. . . . . . . . . 146
Afdrukken annuleren....................147
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . 147
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
3