Operation Manual
Opties die afzonderlijk kunnen worden ingesteld
De beheerder kan voor de onderstaande opties instellen of deze worden weergegeven en de instellingen
afzonderlijk wijzigen.
❏ Toegang taaklogboek: Job/Status > Logboek
Controleer de weergave van het taakoverzicht van de statusmonitor. Selecteer Aan om het taakoverzicht weer te
geven.
❏ Toegang tot vastleggen/ wissen Contacten: Instel. > Contacten-beheer > Registreren/Wissen
Controleer het registeren en wijzigen van contactpersonen. Selecteer Aan om contactpersonen te registreren of
te wijzigen.
❏ Toegang recente fax: Fax > Ontvanger > Recent
Controleer de weergave van de bestemming tijdens het verzenden en ontvangen van een fax. Selecteer Aan om
de bestemming weer te geven.
❏ Toegang Faxverzendlogboek: Fax > Menu > Ve rz en dl og bo ek
Controleer de weergave van het communicatieoverzicht van een fax. Selecteer Aan om het
communicatieoverzicht weer te geven.
❏ Toegang tot faxrapport: Fax > Menu > Faxverslag
Controleer het afdrukken van het faxrapport. Selecteer Aan om afdrukken toe te staan.
❏ Toegang opgesl. Afdrukgesch. Scan naar netwerkmap/FTP: Scannen > Netwerkmap/FTP > Menu >
Opslaggeschiedenis afdrukken
Controleer het afdrukken van het overzicht van taken die zijn opgeslagen via de functie scannen naar map.
Selecteer Aan om afdrukken toe te staan.
❏ Toegang tot recente Scan naar e-mail: Scannen > E-mail > Ontvanger > Geschied.
Controleer de weergave van het overzicht van de functie scannen naar e-mail. Selecteer Aan om het overzicht
weer te geven.
❏ Toegang tot Verzendgeschiedenis weergeven van Scan naar e-mail: Scannen > E-mail > Menu >
Verzendgeschiedenis weergeven
Controleer de weergave van het overzicht van taken die via e-mail zijn verzonden via de functie scannen naar e-
mail. Selecteer Aan om het overzicht van verzonden e-mails weer te geven.
❏ Toegang tot Verzendgeschiedenis afdrukken van Scan naar e-mail: Scannen > E-mail > Menu >
Geschiedenis
afdrukken verzenden
Controleer de afdrukken van het overzicht van berichten die zijn verzonden via de functie scannen naar e-mail.
Selecteer Aan om afdrukken toe te staan.
❏ Toegang tot taal: Instel. > Taal/Language
Controleer het wijzigen van de taal die op het bedieningspaneel wordt weergegeven. Selecteer Aan om de talen
te wijzigen.
❏ Toegang tot Dik papier: Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Dik papier
Controleer het wijzigen van de instellingen voor de functie Dik papier. Selecteer Aan om de instellingen te
wijzigen.
❏ Toegang tot Stille modus: Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Stille modus
Controleer het wijzigen van de instellingen van de functie Stille modus. Selecteer Aan om de instellingen te
wijzigen.
❏ Bescherming van persoonlijke gegevens:
Controleer de weergave van de bestemmingsgegevens in de registratie van sneltoetsen. Selecteer Aan om de
bestemming weer te geven als (***).
Beheerdershandleiding
Beveiligingsinstellingen van het product
92










