Operation Manual

Items voor LDAP-serverinstellingen
Items Instellingen en toelichting
LDAP-server gebruiken
Selecteer Gebruiken of Niet gebruiken.
LDAP-serveradres Voer het adres van de LDAP-server in. Voer tussen 1 en 255 tekens in IPv4-, IPv6-
of FQDN-indeling in. Voor de FQDN-indeling kunt u alfanumerieke tekens
gebruiken in ASCII (0x20–0x7E) en "- ", behalve aan het begin en het eind van het
adres.
Poortnummer LDAP-server Voer het LDAP-serverpoortnummer, tussen 1 en 65535, in.
Veilige verbinding Geef hier de vericatiemethode op die de printer moet gebruiken voor toegang
tot de LDAP-server.
Certicaatvalidatie Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt het certicaat van de LDAP-server
gevalideerd. Wij raden aan dit in te stellen op Inschakelen.
Voor de conguratie moet het CA-certicaat worden geïmporteerd naar de
printer.
Time-out zoeken (sec) Stel de tijdsduur voor zoeken tussen 5 en 300 in voordat een time-out optreedt.
Beheerdershandleiding
Functie-instellingen
70