Operation Manual
5. Laat de printer op de optionele papiercassette zakken.
6. Plaats de sticker met het cassettenummer.
7. Sluit de stroomkabel en andere kabels weer aan en steek de stekker van de printer in het stopcontact.
8.
Druk op
P
om de printer aan te zetten.
9.
Verwijder de papiercassette en plaats ze terug om te controleren of ze wordt weergegeven op het
Papierinstelling scherm.
Opmerking:
Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt, het netsnoer verwijdert en alle kabels loskoppelt alvorens de optionele
papiercassette te de-installeren.
Ga nu verder met het instellen van het printerstuurprogramma.
Gerelateerde informatie
& “Code Optionele papiercassettes” op pagina 116
Gebruikershandleiding
Bijlage
117










