Operation Manual

3. Klik op OK.
De externe interface uitschakelen
U kunt de interface uitschakelen die wordt gebruikt om apparaten met de printer te verbinden. Congureer de
beperkingsinstellingen om afdrukken via een andere methode dan het netwerk te beperken.
Opmerking:
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook de beperkingsinstellingen congureren.
NFC: Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd > NFC
PC-verbinding via USB: Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > PC-verbinding via USB
1. Open Web Cong en selecteer het tabblad Productbeveiliging > Externe interface.
2.
Selecteer Uitschakelen voor de functies die u wilt instellen.
Selecteer Inschakelen wanneer u de controle wilt uitschakelen.
NFC
Schakel de geïntegreerde NFC-interface uit via het bedieningspaneel.
PC-verbinding via USB
U kunt het gebruik van de USB-verbinding met de computer beperken. Als u dit wilt beperken, selecteert u
Uitschakelen.
3. Klik op OK.
4. Verzeker u ervan dat de uitgeschakelde poort niet kan worden gebruikt.
NFC
Controleer of er inderdaad geen reactie komt wanneer u een apparaat met NFC-functie, zoals een
smartphone, boven de printer houdt.
PC-verbinding via USB
Als de driver op de computer is geïnstalleerd
Sluit de printer op de computer aan d.m.v. een USB-kabel en controleer vervolgens of de printer niet kan
afdrukken.
Als de driver niet op de computer is geïnstalleerd
Wi n d o w s :
Open Apparaatbeheer en houd dit in het oog. Sluit de printer op de computer aan d.m.v. een USB-kabel en
controleer of de inhoud van Apparaatbeheer ongewijzigd blij.
MacOS:
Sluit de printer op de computer aan d.m.v. een USB-kabel en controleer vervolgen of de printer niet wordt
weergegeven wanneer u een printer wilt toevoegen in Printers en scanners.
Gerelateerde informatie
& Web Cong openen” op pagina 27
Beheerdershandleiding
Beveiligingsinstellingen van het product
54