Operation Manual
2. Open het scherm met printereigenschappen.
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Eigenschappen van printer.
3. Klik op het tabblad Poorten, selecteer Standaard TCP/IP-poort en klik vervolgens op Poort
congureren
.
4. Controleer de poortconguratie.
❏ Voor RAW
Controleer of Raw is geselecteerd bij Protocol en klik vervolgens op OK.
❏ Voor LPR
Controleer of LPR is geselecteerd bij Protocol. Voer "PASSTHRU" in bij Wac ht rij na am in LPR-
instellingen. Selecteer LPR-bytetelling ingeschakeld en klik vervolgens op OK.
De printer delen (alleen Windows)
Wanneer u de printer gebruikt onder de server/client-verbinding (delen van de printer met de Windows-server),
congureert u het delen van de printer vanaf de afdrukserver.
1. Selecteer op de afdrukserver
Conguratiescherm
> Apparaten en printers weergegeven.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer (afdrukwachtrij) die u wilt delen en selecteer
vervolgens Eigenschappen van printer > tabblad Delen.
3. Selecteer Deze printer delen en voer een naam in bij Sharenaam.
In Windows Server 2012 klikt u op Opties voor delen wijzigen en congureert u vervolgens de instellingen.
Extra stuurprogramma's installeren (alleen Windows)
Als de Windows-versie van een server en de clients verschillend zijn, wordt aanbevolen extra stuurprogramma's op
de afdrukserver te installeren.
1. Selecteer op de afdrukserver Conguratiescherm > Apparaten en printers weergegeven.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer die u met de clients wilt delen en klik
vervolgens op Eigenschappen van printer > tabblad Delen.
3. Klik op Extra stuurprogramma's.
Klik voor Windows Server 2012 op Change Sharing Options en congureer de instellingen.
4. Selecteer de versies van Windows voor clients en klik vervolgens op OK.
5.
Selecteer het informatiebestand voor het printerstuurprogramma (*.inf) en installeer vervolgens het
stuurprogramma.
Gerelateerde informatie
& “De gedeelde printer gebruiken – Windows” op pagina 31
Beheerdershandleiding
Functie-instellingen
30










