Operation Manual

Klik op Doorgaan wanneer het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u de printernaam opgee in een netwerk waarin naamomzetting beschikbaar is, wordt het IP-adres zelfs gevolgd als
het IP-adres van de printer door DHCP is gewijzigd. U kunt de naam van de printer controleren vanaf het
netwerkstatusscherm op het bedieningspaneel van de printer of op een netwerkstatusvel.
6. Stel het printerstuurprogramma in.
Als het printerstuurprogramma al is geïnstalleerd:
Selecteer Fabrikant en Printers. Klik op Volgend e.
Als het printerstuurprogramma niet is geïnstalleerd:
Klik op Open schijf en plaats de sowareschijf die met de printer is meegeleverd. Klik op Bladeren en
selecteer op het
schije
de map waarin het printerstuurprogramma staat. Selecteer de juiste map. De
precieze locatie van de map kan per besturingssysteem verschillen.
32-bits versie van Windows: WINX86
64-bits versie van Windows: WINX64
7. Volg de instructies op het scherm.
Wanneer u de printer gebruikt onder de server/client-verbinding (delen van de printer met de Windows-server),
congureert u de instellingen dienovereenkomstig.
Gerelateerde informatie
& “De printer delen (alleen Windows)” op pagina 30
De
poortconguratie
controleren — Windows
Controleer of de juiste poort is ingesteld voor de afdrukwachtrij.
1. Open het scherm Apparaten en printers.
Bureaublad > Instellingen >
Conguratiescherm
> Hardware en geluiden of Hardware > Apparaten en
printers.
Beheerdershandleiding
Functie-instellingen
29