Operation Manual

8. Sluit het bevestigingsscherm.
Verbinden met LAN
Verbind de printer met het netwerk via Ethernet of Wi-Fi.
Gerelateerde informatie
& “Verbinding maken met Ethernet” op pagina 24
& “Verbinding maken met draadloos LAN (Wi-Fi)” op pagina 25
Verbinding maken met Ethernet
Verbind de printer met het netwerk met de Ethernet-kabel en controleer de verbinding.
1. Sluit de printer en hub (LAN-switch) aan met een ethernetkabel.
2.
Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de
knop OK.
3. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen.
4. Selecteer Controle van netwerkverbinding.
Het verbindingsdiagnoseresultaat wordt weergegeven. Controleer of de verbinding correct is.
5. Selecteer OK om de bewerking te voltooien.
Wanneer u Controlerapport afdrukken selecteert, kunt u de diagnoseresultaten afdrukken. Volg de
afdrukinstructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Wisselen van Ethernet-verbinding naar Wi-Fi-verbinding” op pagina 85
Beheerdershandleiding
Netwerkverbinding
24