Operation Manual

& “Modus Scannen” op pagina 26
& “Presets-modus” op pagina 42
Scannen naar een netwerkmap of FTP-server
U kunt de gescande aeelding in een specieke map op een netwerk opslaan. U kunt de maplocatie rechtstreeks
invoeren, maar het is wellicht eenvoudiger om de mapinformatie eerst in de contactpersonenlijst op te slaan.
1. Plaats de originelen.
2. Ga naar de modus Scannen via het hoofdscherm.
3.
Selecteer Netwerkmap/FTP.
4. Specieer de maplocatie.
Om te selecteren uit de lijst met contactpersonen: Druk op Contacten, selecteer een contactpersoon en
druk dan op Doorg..
Om de maplocatie rechtstreeks in te voeren: Druk op Locatie invoeren. Selecteer Communicatiemodus,
voer de maplocatie in als Locatie en pas dan de andere mapinstellingen aan.
5. Druk op Indeling en selecteer dan de geschikte bestandsindeling.
6. Druk op Menu en pas de instellingen aan voor Bestandsinstellingen en Basisinstellingen.
Opmerking:
Als u PDF selecteert als bestandsindeling, kunt u een wachtwoord instellen om het bestand te beveiligen. Selecteer
PDF-instellingen en
congureer
hier de instellingen.
Druk op Voorinstelling om uw instellingen als een preset op te slaan.
7. Druk op de knop
x
.
De gescance
aeelding
wordt opgeslagen.
Gerelateerde informatie
& “Contactpersonen beheren” op pagina 58
& “Originelen plaatsen” op pagina 54
& “Modus Scannen” op pagina 26
& “Presets-modus” op pagina 42
Scannen naar een geheugenapparaat
U kunt de gescande aeelding in een geheugenapparaat opslaan.
1.
Voer een geheugenapparaat in de externe interface USB-poort van de printer.
2. Plaats de originelen.
3. Ga naar de modus Scannen via het hoofdscherm.
4. Selecteer Geheugenapparaat.
Gebruikershandleiding
Scannen
89