Operation Manual

Menu Instellingen en verduidelijkingen
Basisinstellingen Faxsnelheid Selecteer de verzendsnelheid van de fax.
We raden aan om Langz.(9.600 b/s) te selecteren als er regelmatig een
communicatiefout optreedt, wanneer u berichten zendt/ontvangt naar/
vanuit het buitenland, of wanneer u een IP (VoIP) service gebruikt.
ECM Corrigeert de fouten in faxberichten automatisch (Error Correction Mode),
meestal veroorzaakt door storingen op de telefoonlijn. Als deze functie
uitgeschakeld is, kunt u geen documenten zenden en ontvangen in kleur.
Kiestoondetectie Detecteert een kiestoon alvorens het nummer te vormen.
Als de printer aangesloten is op een PBX (Private Branch Exchange) of op een
digitale telefoonlijn, kan de printer mogelijk geen nummer vormen. Wijzig in
dat geval het Lijntype naar PBX. Als dit niet helpt, schakel de functie dan uit.
Maar als u deze functie uitschakelt, wordt het eerste cijfer van een
faxnummer mogelijk overgeslagen waardoor het bericht naar een foutief
nummer verzonden wordt.
Kiesmodus Selecteer het telefoonsysteemtype waarop u de printer hebt aangesloten. Als
deze ingesteld is op Puls, kunt u de kiesmodus tijdelijk wijzigen van pulse
naar toon door op
("T" wordt ingevoerd) te drukken terwijl u de cijfers op
het scherm invoert. Deze instelling wordt mogelijk niet in alle regio's
weergegeven.
Lijntype Selecteer het telefoonlijntype waarop u de printer hebt aangesloten. Voor
meer details, raadpleeg de pagina met de beschrijving van PBX.
Koptekst Voer de naam en het faxnummer van de zender in. Deze verschijnen als
hoofding op uitgaande berichten.
U kunt maximum 40 karakters invoeren voor uw naam en 20 cijfers voor uw
faxnummer.
Veiligheidsinstel. Beperkingen dir.
kiezen
Activeer deze functie om te verhinderen dat faxnummers handmatig
ingevoerd worden, zodat de gebruiker alleen contactpersonen uit de lijst of
uit de zendgeschiedenis kan selecteren. Selecteer Tweemaal invoeren om
ervoor te zorgen dat de gebruiker het faxnummer tweemaal moet invoeren.
Adreslijst
bevestigen
Geeft een bevestigingsscherm voor de ontvanger weer alvorens het bericht
verzonden wordt.
Inst. wachtwoord
postvak
Selecteer een wachtwoord om de inbox te beveiligen.
Selecteer Wijzigen om het wachtwoord te wijzigen en selecteer Resetten
om de beveiliging te annuleren. Als u het wachtwoord wijzigt of reset hebt u
het actuele wachtwoord nodig.
Autom. back-
upgeg.wissen
Faxdocumenten die via het bedieningspaneel van het LCD-scherm gewist
worden, worden tijdelijk opgeslagen in het geheugen. De volgende functies
verwijderen opgeslagen bestanden.
Autom. back-upgeg.wissen: Verwijdert back-ups automatisch telkens er een
verzonden of ontvangen document verwijderd wordt.
Back-upgeg. wissen: Verwijdert alle back-ups. Voer deze functie uit alvorens u
de printer aan iemand anders geeft of voor u hem weggooit.
Back-upgeg. wissen
Fax-aansl.
controleren
Controleert of de printer aangesloten is op een telefoonlijn en klaar is voor ontvangen en verzenden
van faxberichten, en drukt het resultaat af op een gewoon A4-blad.
Wizard faxinstelling Selecteer dit om basisinstellingen voor faxberichten in te stellen d.m.v. de instructies op het scherm.
Voor meer details, raadpleeg de pagina met de beschrijving van de basisinstellingen.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
39