Operation Manual

Scannen
Scannen via het bedieningspaneel
Scannen naar een netwerkmap of FTP-server
U kunt de gescande aeelding in een specieke map op een netwerk opslaan. U kunt de maplocatie rechtstreeks
invoeren, maar het is wellicht eenvoudiger om de mapinformatie eerst in de contactpersonenlijst op te slaan.
Opmerking:
Voordat u deze functie gebruikt, moet u controleren of de instellingen Datum/tijd en Tijdsverschil van de printer correct
zijn. Open de menu's van Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Datum/tijd instellen.
U kunt de bestemming controleren voordat u scant. Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Scaninstellingen en
schakel vervolgens Ontvanger bevestigen in.
1. Plaats de originelen.
2. Tik op het startscherm op Scannen.
3. Tik op Netwerkmap/FTP.
4. Specieer de maplocatie.
Tik To e ts enb or d als u de maplocatie rechtstreeks wilt invoeren. Selecteer Communicat. modus, voer de
maplocatie in als Locatie en congureer vervolgens de andere mapinstellingen.
Voer het mappad in de volgende opmaak i.
Als u SMB gebruikt als de communicatiemodus:
\\hostnaam (computernaam)\mapnaam
Als u FTP gebruikt als de communicatiemodus:
p://hostnaam
(servernaam)/mapnaam
Als u wilt selecteren uit de contactlijst, tikt u op Contacten, selecteert u een contact en tikt u vervolgens op
Sluiten.
U kunt vanuit de contactlijst naar een map zoeken. Voer in het vak boven aan het scherm het zoekwoord in.
Opmerking:
U kunt de geschiedenis afdrukken van de map waarin documenten worden opgeslagen door te tikken op
.
5.
Tik op Scaninstellingen, controleer de instellingen, zoals de bestandsindeling waarin u wilt opslaan, en breng
zo nodig aanpassingen aan.
Opmerking:
Tik o p
om uw instellingen als een voorinstelling op te slaan.
6. Tik op Bestemming en tik vervolgens op
x
.
Gerelateerde informatie
& Contactpersonen beheren” op pagina 54
Gebruikershandleiding
Scannen
90