Operation Manual

5. Congureer de toepasselijke instellingen.
Welke instellingen nodig zijn, verschilt per authenticatiemethode. Voer de gegevens in voor de e-mailserver
die u gebruikt.
6.
Tik op Doorg..
Opmerking:
Als een foutmelding wordt weergegeven, controleer dan of de instellingen voor de e-mailserver correct zijn.
Als u geen e-mail kunt verzenden terwijl de verbindingscontrole wel goed verloopt, controleer dan de
authenticatiemethode voor de e-mailserver die u gebruikt.
Gerelateerde informatie
& “Instelscherm e-mailserver” op pagina 226
Instelscherm e-mailserver
Items Verklaring
Geverieerde account
Als u SMTP-AUTH of POP voor SMTP selecteert als Veri-
catiemethode, voert u de gebruikersnaam (e-mailadres) dat
op de e-mailserver is geregistreerd in met max. 255 tekens.
Geverieerd wachtw.
Als u SMTP-AUTH of POP voor SMTP selecteert als de Veri-
ficatiemethode, voert u het wachtwoord van de geveri-
eerde account in met max. 20 tekens.
E-mailadres afzender Geef het e-mailadres op dat de printer gebruikt voor het ver-
zenden van e-mails. U kunt het bestaande e-mailadres op-
geven. Om duidelijk te maken dat de e-mail van de printer
wordt verzonden, kunt u een adres verkrijgen dat speciek
voor de printer is en dat hier invoeren.
Adres SMTP-server Voer het serveradres in van de server die de e-mail verzendt
(SMTP-server).
Poortnr. SMTP-server Voer het poortnummer in van de server die de e-mail ver-
zendt (SMTP-server).
Adres POP3-server
Als u POP voor SMTP selecteert als Vericatiemethode,
voert u het serveradres van de server die de e-mail ontvangt
(POP3-server) in.
Poortnr. POP3-server
Als u POP voor SMTP selecteert als Vericatiemethode,
voert u het poortnummer van de e-mailserver die de e-mail
ontvangt (POP3-server) in.
Veilige verbinding
Als u SMTP-AUTH of Uit selecteert als de Vericatiemetho-
de, selecteert u de methode van de beveiligde verbinding.
Een verbinding met een e-mailserver controleren
1.
Tik op Instel. op het startscherm.
2.
Tik op Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd.
Gebruikershandleiding
Bijlage
226