Operation Manual
Table Of Contents
- Copyright
- Handelsmerken
- Inhoudsopgave
- Over deze handleiding
- Belangrijke instructies
- Basisprincipes van de scanner
- De scanner gebruiken met de batterij
- Netwerkinstellingen
- Typen netwerkverbindingen
- Een computer verbinden
- Een smart device verbinden
- De Wi-Fi-instellingen configureren op het bedieningspaneel
- De netwerkstatus controleren met het netwerklampje
- Draadloze routers vervangen of toevoegen
- De verbindingsmethode met een computer wijzigen
- Wi-Fi uitschakelen
- De netwerkinstellingen herstellen op het bedieningspaneel
- Specificaties van originelen en originelen plaatsen
- Basisbediening scannen
- Geavanceerd scannen
- Originelen van gemengde grootte of verschillende soorten originelen doorlopend één voor één scannen ...
- Tekstdocumenten scannen en converteren naar tekstgegevens (OCR)
- Een taak instellen (Scannen, Opslaan en Verzenden)
- Een taak uitvoeren vanaf het bedieningspaneel (knoptoewijzing)
- Scheidingsfunctie (alleen voor Windows)
- Onderhoud
- Problemen oplossen
- Scanproblemen
- Problemen bij het starten met scannen
- Vastgelopen originelen uit de scanner verwijderen
- De originelen worden vuil
- Het scannen duurt lang
- Problemen met gescande afbeeldingen
- Er verschijnen strepen op de gescande afbeelding
- De offset schijnt door in de achtergrond van afbeeldingen
- Gescande afbeelding of tekst is wazig
- Moiré-patronen (webachtige schaduwen) verschijnen
- De rand van het origineel wordt niet gescand wanneer automatische detectie van het origineel is inge ...
- Teken wordt niet goed herkend
- De gescande afbeelding groter of kleiner maken
- De gescande afbeelding van de plastic kaart is vergroot
- Problemen in gescande afbeelding kunnen niet worden opgelost
- Netwerkproblemen
- De scanner kan opeens niet scannen via een netwerkverbinding
- De scanner kan opeens niet scannen via een USB-verbinding
- Toepassingen verwijderen en installeren
- Technische specificaties
- Normen en goedkeuringen
- Hulp vragen
- Technische ondersteuning (website)
- Contact opnemen met de klantenservice van Epson
- Voordat u contact opneemt met Epson
- Hulp voor gebruikers in Europa
- Hulp voor gebruikers in Taiwan
- Hulp voor gebruikers in Australië
- Hulp voor gebruikers in Singapore
- Hulp voor gebruikers in Thailand
- Hulp voor gebruikers in Vietnam
- Hulp voor gebruikers in Indonesië
- Hulp voor gebruikers in Hong Kong
- Hulp voor gebruikers in Maleisië
- Hulp voor gebruikers in India
- Hulp voor gebruikers in de Filippijnen

A
Start- en Stop-knop ❏ Start of annuleert het scannen.
❏ Druk op deze knop wanneer u de binnenzijde van de scanner reinigt.
❏ Sluit Automatische invoermodus af.
B
Automatische
invoermodus-lampje
De scanner is in Automatische invoermodus. Het scannen begint
wanneer een origineel in de invoerlade wordt geplaatst.
C
– Lampje Gereed Aan (wit) De scanner is gereed om te gebruiken.
Wanneer de scanner is uitgeschakeld en u een USB-kabel
aansluit, licht het lampje Gereed op. U kunt de scanner
echter pas gebruiken wanneer het lampje
oplicht.
Knipperen
d (wit)
De scanner is aan het scannen, wacht om te gaan
scannen, verwerken of in slaapstand.
Uit De scanner kan niet worden gebruikt omdat de stroom is
uitgeschakeld.
Aan
(oranje)
Er is een fout opgetreden. Zie "Foutindicatoren" voor
meer informatie.
D
Wi-Fi-lampje Geeft aan dat de scanner is verbonden met een draadloos (Wi-Fi)-
netwerk via een toegangspunt.
E
Lampje Wi-Fi-AP-modus Geeft aan dat de scanner is verbonden met een draadloos (Wi-Fi)-
netwerk in eenvoudige AP-modus zonder toegangspunt.
F
Batterijlampje Aan Geeft het batterijniveau van de scanner aan. Wanneer de
batterij bijna leeg is, sluit u de computer aan met de USB-
kabel om het opladen te starten.
Knippert De batterij wordt opgeladen. Wanneer het opladen
voltooid is, geeft het batterijniveau aan dat hij vol is.
G
Foutstatuslampje Er is een fout opgetreden. Zie "Foutindicatoren" voor meer informatie.
H
Wi-Fi-schakelaar Wanneer u verbinding wilt maken met een draadloos netwerk (Wi-Fi),
schuift u de schakelaar naar het pictogram aan de rechterkant om deze in
te schakelen.
I
Knop voor Wi-Fi-
verbinding
Houd de knop langer dan drie seconden ingedrukt om verbinding te
maken met een Wi-Fi-netwerk. Zie voor meer informatie het hoofdstuk
Netwerkinstellingen.
J
Vermogenschakelaar Verschuif de schakelaar om de scanner in of uit te schakelen.
Schuif de schakelaar naar rechts en laat deze daar staan tot het lampje
Gereed gaat knipperen.
Nadat u de schakelaar hebt verschoven, duurt het uitschakelen ongeveer
10 seconden.
Opmerking:
Als u de scanner voor de eerste keer inschakelt, sluit u deze aan op de computer met de USB-kabel en schui u de
voedingsschakelaar naar de aan-positie.
Gerelateerde informatie
& “Netwerkinstellingen” op pagina 20
& “De scanner gebruiken met de batterij” op pagina 18
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van de scanner
13










