Operation Manual
256 Afdrukkwaliteit verbeteren
3. Klik op Configuratie. Het dialoogvenster
Config.-instellingen verschijnt.
In het dialoogvenster Config.-instellingen kunt u de volgende
instellingen opgeven.
Foutmelding Geef aan op welke manier EPSON StatusMonitor
u moet waarschuwen wanneer er zich een fout
voordoet.
Waarschuwing Geef aan op welke manier EPSON StatusMonitor
u op de hoogte moet brengen van een
waarschuwingsbericht.
Tijdelijke spoolmap Geef aan in welke map u de afdrukgegevens
tijdelijk wilt opslaan.
Tijdelijke hoge-
snelheidkopieermap
Geef aan in welke map u de afdrukgegevens
van meerdere exemplaren wilt opslaan.
Gegevens naar de
printer sturen na het
opslaan op schijf.
Als u deze optie selecteert, voorkomt u
horizontale strepen in afdrukken met
afbeeldingen doordat de beeldgegevens
tijdelijk op de vaste schijf van de computer
worden verzameld. De computer stuurt de
beeldgegevens vervolgens als een geheel naar
het apparaat in plaats van als afzonderlijke
rechthoekige pakketjes.
Naar fouten zoeken
vóór het afdrukken.
Schakel dit selectievakje in om vóór het starten
van een afdruktaak een foutcontrole te laten
uitvoeren.
Inktniveau controleren
vóór het afdrukken.
Schakel dit selectievakje in om het inktniveau te
laten controleren voordat u afdrukt.










