Operation Manual
4 Het bedieningspaneel gebruiken
❏ Haal in de volgende gevallen de stekker uit het
stopcontact en doe een beroep op een
onderhoudstechnicus:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als
er vloeistof in het apparaat is gekomen, als het
apparaat is gevallen of als de behuizing
beschadigd is, als het apparaat niet normaal
werkt of als er een duidelijke wijziging in de
prestaties optreedt.
❏ Let bij het aansluiten van dit apparaat op een
computer of ander apparaat op de juiste richting
van de stekkers van de kabel. Elke stekker kan
maar op één manier in het apparaat worden
gestoken. Wanneer u een stekker op een
verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen
beide apparaten die via de kabel met elkaar
verbonden zijn, schade oplopen.
❏ Steek geen voorwerpen in de sleuven van het
apparaat.
❏ Zorg ervoor dat u geen vloeistoffen op het
apparaat morst.
❏ Verwijder de cartridges niet voor langere tijd uit
het apparaat. Als het apparaat gedurende
langere tijd geen cartridges bevat, kan de inkt in
de spuitkanaaltjes opdrogen waardoor
afdrukken niet meer mogelijk is.
Het bedieningspaneel
gebruiken
Functies van het
bedieningspaneel
Knoppen
Knoppen Functie
P Aan Hiermee zet u het apparaat aan en
uit.
H Hiermee verplaatst u de printkop
naar de positie waar de cartridges
kunnen worden gecontroleerd,
wanneer een cartridge (bijna) leeg is.
Hiermee verplaatst u de printkop
naar de positie waar de cartridges
kunnen worden vervangen.
Hiermee verplaatst u de printkop
naar de uitgangspositie nadat een
cartridge is vervangen.
Hiermee reinigt u de printkop. In dit
geval moet u deze knop drie
seconden ingedrukt houden
(inktlampje moet uit zijn).
Exemplaren Hiermee schakelt u de kopieermodus
in en stelt u het gewenste aantal
exemplaren in.
M e t e lk e dr u k o p d ez e kn o p w o r dt h et
aantal exemplaren met één
opgehoogd.
Het aantal wordt aangegeven op
het aparte display.
Als u op deze knop drukt wanneer 9
wordt weergegeven als aantal
exemplaren,
dan wordt ‘-’ weergegeven op het
display.
Dit wil zeggen dat er 100 kopieën
worden gemaakt. Als u tussen 10 en
100 kopieën wilt maken, moet u
ervoor zorgen dat ‘-’ wordt
weergegeven. Vervolgens plaatst u
in de papiertoevoer het precieze
aantal vellen voor het gewenste
aantal kopieën.
Als u maximaal 99 kopieën wilt maken,
dan treedt een fout op wanneer het
apparaat klaar is met kopiëren en het
papier op is. Druk op de knop y Stop
om deze fout op te heffen.
Als op deze knop wordt gedrukt terwijl
‘-’ wordt weergegeven, verschijnt 1
op het display.
Gewoon
papier
Fotopapier
Hiermee bepaalt u of u gewoon
papier of fotopapier gebruikt als
afdrukmateriaal. Selecteer Gewoon
papier wanneer u gewoon papier of
kringlooppapier gebruikt. Selecteer
Fotopapier wanneer u DURABright
Photo Paper gebruikt.
A4
10× 15
Hiermee geeft u aan of u papier van
het formaat A4 of 10× 15 in de
papiertoevoer hebt geplaatst. 10× 15
duidt op papier van 10 × 15 cm. U
kunt alleen kopiëren op A4-papier of
papier van 10 × 15 cm wanneer u het
bedieningspaneel gebruikt.
Aan pagina
aanpassen
Hiermee wordt de kopie zodanig
vergroot of verkleind dat het origineel
precies op het geselecteerde
papierformaat past.