Operation Manual
H
Voer de numerieke waarde in voor het patroon
met de minste strepen in het afgedrukte
aanpassingspatroon voor #1 en raak volgens
Aanpassing #2 aan.
In het volgende voorbeeld heeft patroon 0 de
minste strepen. Hiervoor zou u dus 0 invoeren.
I
Voer op dezelfde wijze als voor #1 de
numerieke waarde in voor het patroon met de
minste strepen in het afgedrukte
aanpassingspatroon voor #2 en raak volgens
Aanpassing #3 aan.
J
Voer de numerieke waarde in voor het patroon
met de minste strepen in het
aanpassingspatroon voor #3 en raak volgens
OK aan.
In het volgende voorbeeld heeft patroon 0 de
minste strepen. Hiervoor zou u dus 0 invoeren.
Als er geen verschil is tussen de twee naast
elkaar gelegen patronen en u niet zeker weet
welke het beste is, voert u de tussenliggende
numerieke waarde in. Als u bijvoorbeeld niet
zeker weet of u patroon 0 of 2 moet invoeren,
voert u 1 in.
De resultaten van de aanpassing worden opgeslagen
als instellingen voor het momenteel geselecteerde
papiertype. De optimale afdrukresultaten kunnen
worden vanaf de volgende keer worden verkregen
door dat papiertype te selecteren.
SC-T5100 Series/SC-T3100 Series/SC-T5100N Series/SC-T3100N Series Gebruikershandleiding
Papier laden en instellen
45