Nederlands ® Gebruikershandleiding 1
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. De informatie in dit document is alleen bedoeld voor gebruik met dit Epson-product.
Inhoudsopgave Inleiding Kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Waarschuwingen, Voorzorgsmaatregelen en Opmerkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . 5 5 5 7 De taal instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Instellingen van de stroombesparingsfunctie . . . . . .
Hoofdstuk 3 Foto’s weergeven en beheren Meer informatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Foto’s weergeven met behulp van de LCD-monitor . . . . . .35 De vorige of volgende foto weergeven . . . . . . . . . . . .35 Een andere weergavestijl kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Een diavoorstelling van uw foto’s weergeven. . . . . . . . . . . .38 Foto’s verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inleiding De belangrijkste kenmerken van de camera worden hierna beschreven. ❏ De eerste digitale meetzoekercamera ter wereld. ❏ Mogelijkheid om bestaande lenzen te monteren. De vatting is geschikt voor de meeste standaardlenzen, zoals Leica M/L-lenzen. ❏ Uiterst nauwkeurige kadrering met automatische parallaxcorrectie. ❏ Continu stabiele scherpstelling met heldere afstandsmeter. ❏ Geschikt voor CCD-RAW-gegevens, opgeslagen in de vorm van ERF-bestanden (EPSON RAW File).
❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Voorkom brand en elektrische schokken en stel dit product of de opties daarom nooit bloot aan regen of vocht. Voorkom brand en explosies en gebruik dit product daarom nooit op plaatsen waar ontvlambare of vluchtige gassen zijn opgeslagen. Gebruik dit product niet buitenshuis tijdens onweer. Extreme temperatuurverschillen kunnen condens veroorzaken op de elektronische onderdelen. Laat het product daarom altijd eerst acclimatiseren. Voorkom letsel en flits nooit in de ogen van anderen.
❏ ❏ ❏ Houd de batterijen buiten bereik van kinderen. Als de batterij na de normale laadtijd niet is opgeladen, stop dan met laden. Plaats de batterij niet in een verpakking onder hoge druk of in een magnetron. Plaats de batterij niet in een stopcontact of andere stroombron, zoals de aansluiting voor de sigarettenaansteker in de auto. Maak de batterij schoon vóór gebruik. Op het moment van aanschaf is de batterij niet volledig opgeladen.
❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 8 Gebruik voor het laden van de lithium-ionbatterij alleen de bijgeleverde batterijlader van Epson (model EU-85). Gebruik deze lader nooit voor andere typen batterijen, aangezien dit explosie, lekkage of oververhitting van de batterij of persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben. Laad niet-oplaadbare batterijen nooit opnieuw op. Raak de batterijlader niet aan met natte handen en gebruik de lader nooit in de buurt van water.
Voor gebruikers in de Verenigde Staten en Canada: ❏ Gebruik het bijgeleverde netsnoer of een 2 tot 3 meter lang netsnoer type SPT-2 of zwaarder (2 x 18 AWG) met UL-goedkeuring, met een stekker voor 125 V 10 A en een connector voor 125 V 7 A. ❏ ❏ ❏ ❏ Alleen geheugenkaarten die zijn ontworpen voor de specificaties van dit product kunnen worden gebruikt. Het juiste gebruik van geheugenkaarten verschilt per kaarttype. Raadpleeg de documentatie bij uw geheugenkaart voor meer informatie.
Hoofdstuk 1 Aan de slag De camera uitpakken Controleer of de verpakking van de camera alle getoonde onderdelen bevat. Camera Lithium-ionbatterij 10 Aan de slag Batterijlader Netsnoer (voor batterijlader) Gebruikershandleiding Cd-rom (EPSON PhotoRAW/EPSON RAW Plug-In × 1, Adobe Photoshop Elements 2.
Onderdelen van de camera Vooraanzicht Bovenaanzicht Ontspanknop Schoen voor toebehoren Wijzerdisplay 1 X-contact 1 Ontgrendelknop voor lens Navigatieknop Knop voor vergrendeling Knop voor instelling van de fotokwaliteit/witbalans van automatische belichting Kaderkeuzeknop Aan-uitknop Ontgrendelknop Knop voor instelling sluitertijd/ring voor instelling ISO-waarde Knop voor spannen van sluiter 1 1 1 Geheugenkaartlampje 1 Knop LCD Nederlands Achteraanzicht 1 Knop MENU 1 Knop ENTER LCD-mon
Ontspanknop X-contact Voor het aanbrengen van een apart verkrijgbare flitser. Ontgrendelknop voor lens Voor het aanbrengen of verwijderen van lenzen. Knop voor vergrendeling Hiermee vergrendelt u de belichting. van automatische belichting Knop voor instelling van de fotokwaliteit/witbalans Hiermee stelt u de fotokwaliteit of witbalans in. Geheugenkaartlampje Geeft de status van de SD-geheugenkaart aan: Lampje brandt: gegevens worden gelezen/opgeslagen op kaart. Lampje knippert: kaartfout.
De riem aan de camera bevestigen 3. Trek het uiteinde van de riem door de twee plastic ringetjes. U bevestigt de riem aan de camera als volgt. 1. Plaats het beschermstuk en de metalen ring op de ene zijde van de camera. 1 1 1 2. Trek het uiteinde van de riem door de openingen in het beschermstuk en de metalen ring. Voer stap 1 tot en met 3 ook uit voor het andere uiteinde van de riem. 1 1 Gebruik van de batterij De batterij opladen Bij de camera wordt een lithium-ionbatterij geleverd (model EU-85).
1. Steek het bijgeleverde netsnoer in de batterijlader en vervolgens in het stopcontact. 3. 2. Plaats de batterij in de batterijlader. Opmerking: ❏ De precieze laadtijd hangt af van de temperatuur en de mate waarin de batterij nog geladen was. ❏ Tijdens het laden geeft het rode lampje de status aan: Haal de batterij uit de lader wanneer het lampje uitgaat. Haal na het opladen van de batterij de stekker van de batterijlader uit het stopcontact. Lampje brandt: De batterij wordt opgeladen.
Zorg ervoor dat de camera uitstaat en open vervolgens het batterijklepje (zie illustratie). DUMMY 2. Plaats de batterij in de camera. Let erop dat u de batterij in de juiste richting in de camera schuift. De batterij moet bovendien vastklikken. DUMMY 3. Sluit het batterijklepje. Opmerking: ❏ Zie “Resterend batterijvermogen” op pagina 24 om te controleren hoeveel stroom er nog in de batterij aanwezig is.
Een geheugenkaart formatteren Een geheugenkaart installeren Formatteer een geheugenkaart wanneer u alle gegevens op een kaart wilt wissen of wanneer op de LCD-monitor wordt aangegeven dat u de kaart moet formatteren. Let op: ❏ Een SD-geheugenkaart moet worden geformatteerd in uw camera. Wanneer u een SD-geheugenkaart gebruikt die in een andere camera is geformatteerd, kan dit leiden tot lees- of schrijffouten. Zie “Een geheugenkaart formatteren” op pagina 39 voor meer informatie.
Een geheugenkaart verwijderen 1. Controleer of het lampje van de geheugenkaart niet brandt en open vervolgens het geheugenkaartklepje. Let op: Plaats of verwijder de geheugenkaart nooit terwijl het kaartlampje brandt. Anders kunnen gegevens op de kaart verloren gaan of beschadigd raken. Druk op de geheugenkaart om de kaart vrij te maken (klik). De kaart komt naar buiten wanneer u uw vinger van de kaart haalt. Opmerking: Als de geheugenkaart niet naar buiten komt, moet u nogmaals op de kaart drukken.
2. Steek de lens in de camera en draai de lens rechtsom tot deze vastklikt. M-(bajonet)lenzen verwijderen 1. Houd de ontgrendelknop voor de lens ingedrukt en draai de lens volledig linksom. 2. Trek de lens recht uit de vatting. L-lenzen aanbrengen Opmerking: ❏ Wanneer u een L-lens wilt monteren, hebt u een apart verkrijgbare verloopring nodig voor de M-bajonetvatting. ❏ Deze verloopring bestaat in drie formaten, die alle kunnen worden gebruikt.
2. Draai de ring rechtsom en verwijder de dop. L-lenzen verwijderen 1. Draai de lens volledig linksom en trek de lens uit de ring. DUMMY 1 1 3. Steek de lens in de verloopring en draai de lens rechtsom tot deze vastklikt. 1 2. Verwijder de verloopring van de camera. Opmerking: Zie de handleiding van de verloopring voor meer informatie over het verwijderen van de ring van de camera. 1 1 1 Let op: Draai de lens niet te strak aan.
De camera instellen De camera aanzetten 1. Zet de aan-uitknop op on. Wanneer u de camera aanzet, worden de actieve instellingen (aantal resterende foto’s, fotokwaliteit, resterend batterijvermogen en witbalans) aangegeven in het wijzerdisplay boven op het toestel. Zie “Wijzernaalden” op pagina 24 voor meer informatie. 20 Aan de slag Opmerking: Zet de aan-uitknop op off als u de camera wilt uitzetten.
Zorg ervoor dat het jaar is geselecteerd en draai de navigatieknop rechts- of linksom om de waarde te wijzigen. 2. Time and Date 2004 01 / 01 3. 15 : 09 Set 4. 5. Back Opmerking: Wanneer u de navigatieknop rechtsom draait, wordt de waarde verhoogd. Draai de navigatieknop linksom om de waarde te verlagen. Druk op de knop ENTER. Het jaar wordt bevestigd en de maand wordt geselecteerd. Leg alle datum- en tijdinstellingen vast door stap 3 en 4 te herhalen.
De nieuwe instelling wordt opgeslagen en u keert terug naar het menu Basisinstellingen. Instellingen van de stroombesparingsfunctie Als de camera aanstaat en er gedurende een bepaalde tijd geen handelingen worden verricht met de camera, dan wordt de LCD-monitor automatisch uitgeschakeld en gaat de camera in de stroombesparingsmodus. De batterij wordt dan minder belast.
U kunt alle instellingen hun standaardwaarde teruggeven. De standaardinstellingen staan in de volgende tabel. De ontspanknop Volledig en half indrukken Item Standaardinstelling De ontspanknop werkt in twee stappen. Kleur Kleur Film Standaard Datum JJJJ/MM/DD Stroomspaartimer 5 min. Sequentiële nummering Aan Half indrukken: Wanneer u de ontspanknop half indrukt, wordt de optimale sluitertijd (dus de optimale belichtingswaarde) in de zoeker weergegeven.
Hoofdstuk 2 Foto’s maken Wijzernaalden Met het wijzerdisplay boven op de camera kunt u de huidige status van de volgende vier zaken in de gaten houden: aantal resterende foto’s, fotokwaliteit, resterend batterijvermogen en witbalans. De huidige toestand wordt aangegeven met de vier wijzers van het display. Opmerking: Wanneer het wijzerdisplay moet worden aangepast, kunt u de wijzers handmatig kalibreren. Zie “Wijzernaalden kalibreren” op pagina 33 voor meer informatie.
2. Fotokwaliteit instellen Voordat u foto’s maakt met de camera, moet u eerst de fotokwaliteit (type, grootte en compressie) instellen. Stem de fotokwaliteit af op dat wat u met de foto wilt gaan doen 3. Fotokwaliteit instellen De foto’s die u met de camera maakt, worden opgeslagen als JPEG- of RAW-bestanden. In de volgende tabel staan de mogelijke formaten en compressieverhoudingen (RAW-bestanden kunnen niet worden gecomprimeerd). Selecteer de gewenste fotokwaliteit met behulp van de navigatieknop.
2. 3. Selecteer de gewenste witbalans (lichtbron) met behulp van de navigatieknop. U kunt kiezen uit Automatisch, Zonnig, Schaduw, Bewolkt, Gloeilampen en Tl-lampen. Opmerking: U kunt op het wijzerdisplay zien welke witbalans is geselecteerd. Zie “Wijzernaalden” op pagina 24 voor meer informatie. Zet de knop voor de fotokwaliteit en de witbalans weer in de middelste stand. 2. Verdraai de ring voor de ISO-waarde. Voor de ISO-gevoeligheid kunt u kiezen uit 200, 400, 800 en 1600.
3. 4. Haal de knop voor het spannen van de sluiter over. Stel scherp op het onderwerp. Opmerking: ❏ Wanneer u NR (ruisonderdrukking) op Hi (hoog) zet in het scherm Filminstelling en de belichting op meer dan twee seconden zet, dan vindt automatische ruisonderdrukking plaats nadat de foto is gemaakt. Zolang de ruisonderdrukkingsfunctie bezig is, mag u de camera niet uitzetten (pas wanneer het lampje van de geheugenkaart uitgaat).
U kunt de belichtingscompensatie wijzigen met de knop voor het instellen van de sluitertijd. Achtergrond is veel lichter dan het eigenlijke onderwerp Selecteer een positieve waarde Achtergrond is veel donkerder dan het eigenlijke onderwerp Selecteer een negatieve waarde Opmerking: ❏ Wanneer u de instelling van AE (0) op een andere waarde wilt zetten, moet u de ontgrendelknop ingedrukt houden terwijl u de knop voor het instellen van de sluitertijd verdraait.
DUMMY 60 4. 250 Draai aan de diafragmaring tot de optimale sluitertijd en de huidige sluitertijd overeenstemmen. De optimale sluitertijd houdt op met knipperen en blijft nu onafgebroken branden. 5. Stel scherp op het onderwerp. 6. Druk de ontspanknop volledig in om een foto te maken. Opmerking: ❏ Als u de sluitertijd op een hogere waarde zet, kunt u een snelbewegend onderwerp fotograferen alsof het een gewoon stilstaand voorwerp is.
❏ Raadpleeg de onderstaande illustratie voor het aanbrengen en verwijderen van een draadontspanner op de camera. 3. Druk de ontspanknop half in. De optimale sluitertijd (dus de optimale belichtingswaarde) knippert en de huidige sluitertijd licht op in de zoeker. DUMMY 60 Diafragma handmatig vergrendelen U kunt het diafragma als volgt handmatig vergrendelen. 1. Haal de knop voor het spannen van de sluiter over. 2. Selecteer de gewenste waarde door de diafragmaring te verdraaien. 30 Foto’s maken 4.
Voor het kaderpatroon kunt u kiezen uit 28 mm, 35 mm en 50 mm. Draai aan de kaderkeuzeknop om het gewenste kaderpatroon te selecteren volgens de brandpuntsafstand van de lens die u gebruikt. De parallax wordt automatisch gecorrigeerd volgens de opnameafstand van de gebruikte lens. 1. 2. 3. Het kader wordt in de zoeker weergegeven om het bereik aan te geven waarin wordt scherpgesteld met de gemonteerde lens. Selecteer Kleurinstelling in het menu MenuInstellingen met behulp van de navigatieknop.
De beeldinstellingen (fototype) selecteren U kunt voor het fototype kiezen uit Standrd en Film 1 tot Film 3. Standaard EdgeEnhance, Verzadiging, Tint en Contrast staan standaard op Mi (midden), en NR (ruisonderdrukking) staat standaard op La (laag). Film 1 tot Film 3 U kunt de gewenste waarde voor EdgeEnhance, Verzadiging, Tint, Contrast en NR (ruisonderdrukking) instellen met de navigatieknop. U stelt Film 1 tot Film 3 als volgt in. 1.
Sequentiële nummering instellen Wijzernaalden kalibreren U kunt instellen dat uw foto’s met een opeenvolgende nummering moeten worden opgeslagen. 1. Selecteer Sequentiële nummering in het menu Basisinstellingen met behulp van de navigatieknop. Druk vervolgens op de knop ENTER. Zie “Het menu Basisinstellingen” op pagina 44 voor meer informatie over het gebruik van dit menu. Het scherm Sequentiële nummering wordt weergegeven.
2. 3. 4. 5. 6. 34 Selecteer de wijzer die u wilt bijregelen met behulp van de navigatieknop en druk op de knop ENTER. De wijzers geven de volgende zaken aan. Wijzerdisplay Functie E (lange wijzer boven in display) Aantal resterende foto’s R (korte wijzer rechts in display) Fotokwaliteit E (korte wijzer onder in display) Resterend batterijvermogen A (korte wijzer links in display) Witbalans Opmerking: Zie “Wijzernaalden” op pagina 24 voor meer informatie.
Hoofdstuk 3 Foto’s weergeven en beheren Wanneer u de camera aanzet, wordt de opnamemodus geactiveerd. Om foto’s te kunnen weergeven op de camera draait u de LCD-monitor naar u toe en drukt u op de knop LCD. De weergavemodus wordt geactiveerd en de laatst gemaakte foto (de foto met het hoogste nummer) wordt weergegeven. Zie “Gebruik van de LCD-monitor” op pagina 42 voor meer informatie over het draaien van de LCD-monitor.
Dit pictogram wil zeggen dat u een foto verticaal kunt verschuiven door de navigatieknop rechts- of linksom te draaien terwijl deze knop omhoog is getrokken (weergegeven in de vergrotingsmodus). Inhoud weergeven Per weergavestijl wordt andere informatie getoond: Standaardweergave Dit pictogram wil zeggen dat u de vorige of volgende foto kunt weergeven door de navigatieknop rechts- of linksom te draaien terwijl deze knop niet omhoog is getrokken.
❏ ❏ ❏ Fotokwaliteit Sleutelpictogram ( ) (alleen zichtbaar wanneer het bestand is vergrendeld) Printerpictogram ( ) met aantal afdrukken (alleen zichtbaar wanneer DPOF-instellingen zijn opgegeven) ❏ ❏ Nummer van huidige foto/totaalaantal foto’s (maximaal 9999) Weergave van hoge lichten Weergave van een kadreringsraster 3 Weergave van een histogram 3 3 ❏ ❏ ❏ ❏ Nummer van huidige foto/totaalaantal foto’s (maximaal 9999) Histogram 3 Kadreringsraster Nummer van huidige foto/totaalaantal foto’s (maxima
❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Bestandsnaam (bestandsnummer en indeling) Resolutie Fotokwaliteit Sluitertijd (wanneer de foto wordt gemaakt met automatische belichting, worden AE en de waarde van de belichtingscompensatie weergegeven, bijvoorbeeld AE+1.3) ISO-gevoeligheid Witbalans Filminstelling Sleutelpictogram ( ) (alleen zichtbaar wanneer het bestand is vergrendeld) Printerpictogram ( ) met aantal afdrukken (alleen zichtbaar wanneer DPOF-instellingen zijn opgegeven) Kleurinstelling (kleur/monochroom).
In de weergavemodus kunt u alleen de op de LCD-monitor weergegeven foto of alle foto’s tegelijk verwijderen. Een foto verwijderen U verwijdert de weergegeven foto als volgt. 1. Selecteer de foto die u wilt verwijderen met behulp van de navigatieknop. Druk vervolgens op de knop MENU. Het hoofdmenu wordt weergegeven. 2. Selecteer Verwijderen en druk op de knop ENTER. Het menu Verwijderen wordt weergegeven. 3. Zorg ervoor dat 1 afb. verwijderen is geselecteerd en druk vervolgens op de knop ENTER.
Opmerking: ❏ Wanneer u een SD-geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens op die kaart gewist, ook de beveiligde foto’s. ❏ Wanneer de SD-geheugenkaart is vergrendeld, verschijnt het volgende bericht: Formatteren mislukt. De SD-kaart is schrijfbeveiligd. Haal de kaart uit de camera, hef de schrijfbeveiliging op en probeer het opnieuw. Alle foto’s vergrendelen 1. 2. 3. Foto’s vergrendelen Deze functie wordt gebruikt om te voorkomen dat foto’s per ongeluk worden verwijderd.
Opmerking: Verdraai de navigatieknop (omhoog) en druk op de knop ENTER om de richting te wijzigen van verticaal in horizontaal of omgekeerd. De huidige richting wordt aangegeven met het pictogram (horizontaal) of (verticaal) in de linkerbenedenhoek van het scherm. 2. 3. LCD-helderheid instellen De helderheid van de LCD-monitor is in acht stappen regelbaar (5 is standaard). 1. Selecteer LCD-helderheid in het menu Basisinstellingen met behulp van de navigatieknop. Druk vervolgens op de knop ENTER. 2.
Hoofdstuk 4 Gebruik van de LCD-monitor Gebruik van de LCD-monitor Op de LCD-monitor kunt u uw foto’s weergeven in de weergavemodus of instellingen opgeven voor de diverse functies van de camera. Wanneer u de LCD-monitor wilt gebruiken, moet u deze naar u toe draaien en op de knop LCD drukken. U draait de LCD-monitor door uw vinger in de uitsparing aan de zijkant van de monitor te steken. Zo opent u de monitor eerst in een hoek van 90° (1). Vervolgens draait u de monitor 180° (2) en daarna opnieuw 90° (3).
Knop MENU: Hiermee opent u het hoofdmenu op de LCD-monitor. Knop ENTER: Hiermee bevestigt u de geselecteerde waarde of optie (of geeft u items uit een submenu weer). Knop ANNULEREN: Hiermee sluit u een scherm zonder uw wijzigingen op te slaan en keert u terug naar het vorige menu of de vorige functie. Knop GEBRUIKER: Hiermee voert u de functie uit die u eerder aan deze knop hebt toegewezen.
Functie Beschrijving Kleurinstelling Kleur of Monochroom Filminstelling Film 1 tot Film 3 of Standrd. U kunt voor Film 1 tot Film 3 kiezen uit EdgeEnhance, Verzadiging, Tint, Contrast en NR (ruisonderdrukking). Basisinstellingen Weergeven van het menu Basisinstellingen. Zie “Het menu Basisinstellingen” op pagina 44. SD-kaart formatteren Snel formatteren of Formatteren Gebr.-knop toewijz. Een functie koppelen aan de knop GEBRUIKER.
Hoofdstuk 5 Gebruik van de software voor het verwerken van RAW-gegevens 5 Overzicht Systeemeisen Wanneer u foto’s maakt en CCD-RAW hebt geselecteerd als kwaliteit, dan kunt u deze foto’s verwerken met speciale software voor het verwerken van RAW-gegevens.
Macintosh: Besturingssysteem: Mac OS® 9.1 - 9.2.2 (compatibel met CarbonLib), Mac OS® 10.2 of hoger Hardware: PowerPC G3 233 MHz of sneller (PowerPC G4 1 GHz of sneller wordt aanbevolen) Geheugen: 42 MB geheugen voor het programma Vaste schijf: 50 MB of meer beschikbaar geheugen is nodig voor de installatie 170 MB of meer beschikbaar geheugen is nodig voor het gebruik Beeldscherm: 800 × 600 of hoger, 32000 kleuren of meer c Let op: EPSON PhotoRAW is alleen beschikbaar voor Windows.
Volg de instructies op het scherm tot alle software is geïnstalleerd. Wanneer u bericht krijgt dat de installatie is voltooid, klikt u op Voltooien (Finish) of Stoppen (Quit). Opmerking: ❏ Het programma EPSON RAW Plug-In wordt automatisch geïnstalleerd in de map met invoegtoepassingen voor Adobe Photoshop 7, Adobe Photoshop CS of Adobe Photoshop Elements 2.0. ❏ Als de map met invoegtoepassingen voor Adobe Photoshop 7, Adobe Photoshop CS of Adobe Photoshop Elements 2.
Voor Macintosh Start Adobe Photoshop 7, Adobe Photoshop CS of Adobe Photoshop Elements 2.0 en open het ERF-bestand dat u wilt verwerken. Het hoofdvenster van EPSON RAW Plug-In verschijnt (zie illustratie). Opmerking: ❏ Wanneer EPSON RAW Plug-In niet automatisch wordt gestart, ook al selecteert u een ERF-bestand, selecteer dan Open in het menu Archief (File) en selecteer vervolgens EPSON RAW Plug-In in de keuzelijst Structuur (Format). Selecteer vervolgens het gewenste ERF-bestand.
Hoofdstuk 6 Onderhoud en probleemoplossing 6 Camera reinigen Problemen oplossen Voor een optimale werking van uw camera moet u het toestel enkele keren per jaar grondig schoonmaken. Lees de “Veiligheidsvoorschriften” op pagina 5 voordat u met het onderhoud begint. Volg verder de onderstaande aanwijzingen. ❏ Zet de camera uit vóór het schoonmaken. ❏ Maak de camera stofvrij met een droge, schone doek. ❏ Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.
Contact opnemen met de klantenservice Wanneer uw Epson-product niet goed functioneert en het niet lukt het probleem te verhelpen aan de hand van de probleemoplossing in de bijgeleverde documentatie, kunt u contact opnemen met de klantenservice. Als uw land hierna niet wordt vermeld, neem dan contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt aangeschaft.
Voor gebruikers in Frankrijk Support Technique EPSON France, 0 892 899 999 (0,34 E/minute) Ouvert du lundi au samedi de 9h00 à 20h00 sans interruption http://www.epson.fr/support/selfhelp/french.htm pour accéder à l'AIDE EN LIGNE. http://www.epson.fr/support/services/index.shtml pour accéder aux SERVICES du support technique. Voor gebruikers in Spanje URL http://www.epson.es E-mail soporte@epson.
Appendix A Appendix Normen en goedkeuringen Specificaties Camera Camera EMC-richtlijn 89/336/EEG EN55022 klasse B Epson R-D1, digitale meetzoekercamera EN55024 Algemeen Afmetingen en gewicht: Lithium-ionbatterij EMC-richtlijn 89/336/EEG EN55022 klasse B EN55024 Batterijlader Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG EN60950 EMC-richtlijn 89/336/EEG EN55022 klasse B Temperatuur: Luchtvochtigheid: (zonder condensatie) Geheugenkaart: Voeding: Hoogte: 88,5 mm (3,54 inch) Breedte: 142 mm (5,68 inch) Diep
1/4 (vast) Ondersteunt PRINT Image Matching 2.
Zoekerindicators Levensduur batterij: Belichtingsmeter: Toont optimale sluitertijd op scherm op basis van gemeten waarde. Toont tevens waarde die met sluitertijdknop is ingesteld (gemeten waarde: knippert/instelling sluitertijdknop: brandt). Weergegeven sluitertijd: 1/2000 - 1 s, Bulb * Opnameomstandigheden 1: Er worden zes foto’s per minuut gemaakt met een vaste tussentijd. Vervolgens wordt de camera één minuut uitgezet. De camera wordt opnieuw aangezet en deze procedure wordt herhaald.
Prestaties Bestandsgrootte van foto’s Fotokwaliteit: Compressieverhouding 2240 × 1488 (JPEG): 3008 × 2000 (JPEG): CCD-RAW: 1/4 (vast) 1/4 (vast) Geen compressie A Gemiddelde bestandsgrootte circa 1,5 MB circa 3 MB circa 10 MB A A Apart verkrijgbare accessoires Voor de camera zijn de volgende opties verkrijgbaar.
Index A Aan/uit, 20 Aantal resterende foto’s, 24 Aan-uitknop, 11, 12 Automatische belichting, 26 Diavoorstelling, 38 DPOF, 41 Draadontspanner, 30 Draaien LCD-monitor, 42 E B Basisinstellingen, 44 Batterij batterijlader, 10 lampje, 14 lithium-ionbatterij, 10, 13 opladen, 13 plaatsen, 14 resterend batterijvermogen, 24 Batterijlader, 10 Belichtingscompensatie, 27 C Compressieverhouding, 25 Contact opnemen met Epson, 50 EPSON PhotoRAW, 45, 46 EPSON RAW Plug-In, 45 ERF (EPSON RAW File), 45 F Flitser, 32 Fo
L LCD-monitor, 11, 12, 20, 42 draaien, 42 Lithium-ionbatterij, 10 L-lens bevestigen, 18 verwijderen, 19 M M-(bajonet)lenzen bevestigen, 17 verwijderen, 18 MenuInstellingen, 43 N Navigatieknop, 11, 43 O Ontgrendelknop, 11, 12 Ontgrendelknop voor lens, 11 Ontspanknop, 11 half indrukken, 23 volledig indrukken, 23 Optie flitser, 32 Verloopring voor M-bajonet, 18 P Pictogrammen, 35 Pictogrammen op de LCD-monitor, 35 PRINT Image Matching, 53 R RAW, 25 Ring voor ISO-waarde, 11, 12, 26 S Schoen voor toebehor
Index