Operation Manual
2-26
Bediening van de printer
R4C4610
Rev. D
A5 size USING.fm
4/17/00 Pass 4
L
Proof Sign-off:
SEI Y.Ohkawara K.Kono
K.Kono
SEI M.Kauppi
❏
Omdat etiketten gevoelig zijn voor temperatuur en vochtig-
heid, mag u ze alleen onder normale omstandigheden ge-
bruiken. Zorg dat het afdrukken binnen het afdrukgebied
blijft. Raadpleeg voor meer informatie “Printerspecificaties”
op pagina A-4.
❏
Laat tussen twee afdruktaken geen etiketten in de printer zit-
ten. De etiketten kunnen dan rond de afdrukrol krullen en
tijdens de volgende afdruktaak een papierstoring veroorzaken.
❏
Om de etiketten uit de printer te verwijderen, scheurt u de
voorraad af aan de achterzijde van de printer en drukt u op
LF/FF
om de resterende etiketten uit te voeren.
c
Let op:
Voer etiketten nooit achterwaarts in; ze raken makkelijk los van
het rugvel en kunnen de printer doen vastlopen. Als een etiket in
de printer vastraakt, neemt u contact op met uw leverancier.
Enveloppen
U kunt enveloppen individueel invoeren met de papiergeleider.
❏
Vooraleer u een envelop laadt, zet u de papierdiktehendel in
de stand 2, 3 of 4. Zie “De stand van de papierdiktehendel
wijzigen” op pagina 2-24.
❏
Om een envelop te laden volgt u de stappen in “De zelftest
uitvoeren” op pagina 1-11. Plaats de envelop met de brede
zijde eerst en met de afdrukzijde naar onder in de printer.
Wanneer u de envelop tussen de papiergeleiders plaatst,
duwt u ze stevig naar beneden en houdt u ze vast tot ze in
de printer wordt ingevoerd.
❏
Gebruik enveloppen uitsluitend bij een normale temperatuur
en vochtigheidsgraad.
❏
Zorg dat het afdrukken binnen het afdrukgebied blijft.










