Operation Manual

7
Boven
Veiligheidsaanwijzingen
Technische gegevens
Foutopsporing
Naam en functie van
de onderdelen
Hier beginnen
Reinigen
De instellingen
initialiseren
Index op doel
Index toetsenmenu
Kader en tabel lijsten
Naam en functie van de onderdelen
1. Voert de tape in en snijdt deze af.
2. Tape-uitgang
3. Drukt een etiket af. Houd
ingedrukt en druk hierop
om af te drukken met een speciale afdrukfunctie.
4.
Maakt een algemeen etiket of gaat uit de speciale
etiketmodus.
5. Lettertoetsen
6. Shift
7. Voert een teken met een accent in.
8. Wijzigt de invoermethode van de tekentoetsen. Houd
ingedrukt en druk hierop voor caps lock.
9. Maakt een etiket met een volgnummer. Houd
ingedrukt en druk hierop om te maken met
volgnummers voor blokken.
10. Maakt een barcode-etiket.
11. Voert een symbool in.
12. Pijltoetsen
13. Bevestigt de instellingen.
14. Voegt een blok toe.
15. Stelt de marges in.
16. Stelt de tapelengte in. Houd
ingedrukt en druk
hierop om de tekstrichting te wijzigen.
17. Stelt het formaat en de stijl in.
18. Wijzigt de lettergrootte. Houd
ingedrukt en druk
hierop om de lettergrootte te wijzigen.
19. Spatie
20. Maakt een speciaal etiket.
21.
Verwijderen Houd
ingedrukt en druk hierop om
alle tekst en/of instellingen te wissen.
22. Zet de printer aan en uit.
23.
Geeft een voorbeeld van het gemaakte etiket. Houd
ingedrukt en druk hierop om voorkeuren weer te geven.
24. Slaat alle etiketten op en roept ze weer op.
25. Display
Symboolbeschrijving
Aan/Stand-by Heet oppervlak
Gelijkstroom
Polariteit van
gelijkstroomaansluiting