Operation Manual
Het geprojecteerde scherm bedienen
31
Volg deze instructies om de werkbalk en het controlescherm te gebruiken
voor het bedienen van het scherm dat wordt geprojecteerd.
gg Verwante koppelingen
• "Schermtypes voor projectiebediening" pag.31
• "De status van het geprojecteerde scherm gebruiken" pag.31
• "Het aantal geprojecteerde panelen wijzigen" pag.32
• "De presentator wijzigen" pag.33
• "De projectiepositie wijzigen" pag.34
Schermtypes voor projectiebediening
U kunt het type scherm kiezen dat u gebruikt voor het controleren van
geprojecteerde beelden zodat het geschikt is voor uw situatie. U kunt het
schermtype schakelen door in de werkbalk te klikken op de knop of op de
knop op het controlescherm.
a
• De weergegeven werkbalk en het controlescherm verschillen
afhankelijk van de verbindingsmethode en de versie of uw rol van
deze software.
• Het controlescherm is alleen beschikbaar in de Standaardversie van
de software.
• Gebruik de werkbalk om een breed beeld weer te geven op het
geprojecteerde scherm en voer bewerkingen uit op het geprojecteerde beeld.
• Gebruik het controlescherm om het aantal geprojecteerde panelen, de
presentators of de projectiepositie te wijzigen.
gg Verwante koppelingen
• "Taakbalk" pag.73
• "Controlescherm" pag.74
De status van het geprojecteerde scherm gebruiken
U kunt het geprojecteerde scherm bedienen tijdens het projecteren van uw
computerscherm door het geprojecteerde beeld te starten, stoppen of
pauzeren.
Voer een van de volgende bewerkingen uit in de werkbalk of het
controlescherm.
• Weergeven: klik op de knop .