Operation Manual

De netwerkinstellingen voor de projector selecteren
15
g
Schakel de ondersteuning voor draadloos LAN in.
a
De nodige instellingen verschillen afhankelijk van uw projector.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw projector voor
instructies.
h
Selecteer Geavanceerd voor Aansluitmodus.
i
Selecteer andere opties zoals nodig zijn voor uw netwerk. Raadpleeg de
Gebruikershandleiding van uw projector voor instructies.
j
Selecteer de beveiligingsinstellingen in het menu Beveiliging zoals
nodig zijn voor uw netwerk. Vraag uw netwerkbeheerder meer
informatie over het opgeven van de juiste instellingen.
k
Wanneer u klaar bent met het opgeven van de instellingen, selecteert u
Installatie voltooid of Inst. voltooid en volgt u de aanwijzingen op het
scherm voor het opslaan van uw instellingen en het afsluiten van de
menu's.
gg Verwante koppelingen
• "Verbinden met de projector vanaf de software via een netwerksysteem"
pag.22
Een projector instellen voor verbinding in de modus
Geavanceerde verbinding (bekabeld)
Om een computer via een vast netwerk met de projector te verbinden, moet u
de netwerkinstellingen selecteren op de computer en de projector.
a
Neem contact op met uw netwerkbeheerder en controleer of DHCP
beschikbaar is in de huidige netwerkomgeving.
a
Als DHCP niet beschikbaar is, noteert u de volgende waarden die
beschikbaar zijn voor uw projector.
IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
b
Verbind de computer met het netwerk.
a
Voor het tot stand brengen van een netwerkverbinding kunt u
eventueel de documentatie raadplegen die bij uw computer of
netwerkadapter is geleverd.
c
Sluit een LAN-kabel aan op de projector.
d
Zet de projector aan.
e
Druk op de afstandsbediening of op het bedieningspaneel op de knop
[Menu], selecteer het menu Netwerk en selecteer Netwerkconfiguratie.
f
Selecteer Vast netwerk.
Een scherm zoals hieronder wordt weergegeven.
g
Selecteer IP-instellingen als dat nodig is.
DHCP is beschikbaar: stel DHCP in op Aan.