Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- Over deze handleiding
- Belangrijke instructies
- Veiligheidsinstructies
- Printeradviezen en waarschuwingen
- Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer
- Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer
- Adviezen en waarschuwingen voor het vervoeren of opslaan van de printer
- Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding
- Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het touchscreen
- Uw persoonlijke gegevens beschermen
- Basisprincipes van printer
- Netwerkinstellingen
- Typen netwerkverbindingen
- Een computer verbinden
- Een smart device verbinden
- Wi-Fi-instellingen configureren op de printer
- Wi-Fi-instellingen configureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren
- Wi-Fi-instellingen configureren via de drukknopinstelling (WPS)
- Wi-Fi-instellingen configureren via de pincode-instelling (WPS)
- Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) configureren
- Geavanceerde netwerkinstellingen maken
- De status van de netwerkverbinding controleren
- De verbindingsmethode met een computer wijzigen
- De netwerkstatus wijzigen naar ethernet op het bedieningspaneel
- De instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wijzigen
- Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel
- Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig Toegangspunt) verbreken vanaf het bedieningspaneel
- De netwerkinstellingen herstellen op het bedieningspaneel
- De printer voorbereiden
- Faxinstellingen
- Afdrukken
- Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in Windows
- Het printerstuurprogramma openen
- Basisprincipes voor afdrukken
- Dubbelzijdig afdrukken
- Meerdere pagina's op één vel afdrukken
- Afdrukken en op paginavolgorde stapelen (Afdrukken in omgekeerde volgorde)
- Een verkleind of vergroot document afdrukken
- Een afbeelding vergroot afdrukken op meerdere vellen (een poster maken)
- Afdrukken met een kop- en voettekst
- Een watermerk afdrukken
- Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken
- De afdruktoon aanpassen
- Dunne lijnen benadrukken tijdens het afdrukken
- Afdrukken om lichte tekst en lijnen te verbeteren
- Duidelijke streepjescodes afdrukken
- Afdrukken annuleren
- Menuopties voor het printerstuurprogramma
- Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in Mac OS
- Basisprincipes voor afdrukken
- Dubbelzijdig afdrukken
- Meerdere pagina's op één vel afdrukken
- Afdrukken en op paginavolgorde stapelen (Afdrukken in omgekeerde volgorde)
- Een verkleind of vergroot document afdrukken
- Afdrukken annuleren
- Menuopties voor het printerstuurprogramma
- Bedieningsinstellingen voor Mac OS-printerdriver configureren
- Afdrukken met Smart Devices
- De actieve taak annuleren
- Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in Windows
- Kopiëren
- Scannen
- Faxen
- Inkt bijvullen en onderhoudscassettes vervangen
- De printer onderhouden
- Voorkomen dat de printkop uitdroogt
- Controleren of spuitkanaaltjes verstopt zijn (spuitkanaaltjescontrole)
- De printkop reinigen (Printkop reinigen)
- Extra sterke reiniging uitvoeren op de printkop — (Krachtige reiniging)
- De printkop uitlijnen
- Het papiertraject reinigen
- De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken
- De Scannerglasplaat reinigen
- Het doorschijnende folie reinigen
- Controleren hoeveel pagina's in totaal door de printer zijn gegaan
- Netwerkservice en softwareinformatie
- Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)
- Toepassing voor het scannen van documenten en afbeeldingen (Epson Scan 2)
- Toepassing voor het configureren van scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel (Epson Event Manager)
- Toepassing voor het configureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxen (FAX Utility)
- Toepassing voor het verzenden van faxen (stuurprogramma PC-FAX)
- Toepassing voor het afdrukken van webpagina's (E-Web Print)
- Hulpprogramma's voor software-updates (EPSON Software Updater)
- Toepassing voor het configureren van meerdere apparaten (EpsonNet Config)
- De meest recente toepassingen installeren
- De printerfirmware bijwerken via het bedieningspaneel
- Toepassingen verwijderen
- Afdrukken via een netwerkservice
- Problemen oplossen
- De printerstatus controleren
- De softwarestatus controleren
- Vastgelopen papier verwijderen
- Papier wordt niet goed ingevoerd
- Problemen met stroomtoevoer en bedieningspaneel
- Kan niet afdrukken vanaf een computer
- Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt configureren
- Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad
- Afdrukproblemen
- De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren
- Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren
- Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 3.3 cm
- Verticale lijnen of verkeerde uitlijning
- Afdrukkwaliteit is slecht
- Papier vertoont vlekken of is bekrast
- Vlekken op het papier bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
- Afgedrukte foto's zijn plakkerig
- Positie, formaat of marges van de afdruk zijn niet juist
- Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar
- De afgedrukte afbeelding is omgekeerd
- Mozaïekachtige patronen op de afdrukken
- Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte lijnen
- Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde afbeelding
- De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde afbeelding
- Het probleem kon niet worden opgelost
- Overige afdrukproblemen
- Kan niet beginnen met scannen
- Problemen met gescande afbeeldingen
- Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven bij scannen vanaf de glasplaat van de ...
- Rechte lijnen verschijnen bij het scannen vanaf ADF
- De afbeeldingskwaliteit is ruw
- De offset schijnt door in de achtergrond van afbeeldingen
- De tekst is onscherp
- Moiré-patronen (webachtige schaduwen) verschijnen
- Kan het juiste gebied niet scannen op de glasplaat
- Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik opsla als een Searchable PDF
- Problemen in gescande afbeelding kunnen niet worden opgelost
- Andere scanproblemen
- Faxproblemen met verzenden en ontvangen
- Kan geen fax verzenden of ontvangen
- Kan geen faxen versturen
- Kan geen faxen verzenden naar opgegeven ontvanger
- Kan geen faxen verzenden op specifiek tijdstip
- Kan geen faxberichten ontvangen
- Foutmelding geheugen vol
- Verzonden fax is van slechte kwaliteit
- Faxen worden op verkeerde grootte verzonden
- Ontvangen fax is van slechte kwaliteit
- Ontvangen faxen worden niet afgedrukt
- Pagina's zijn blanco of er wordt slechts een klein deel van de tekst afgedrukt op de tweede pagina v ...
- Andere faxproblemen
- Overige problemen
- Bijlage
❏ Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) selecteren uit de contacten op de printer:
Als de ontvanger is opgeslagen in de contacten op de printer, voert u de onderstaande stappen uit.
A
Klik op het tabblad Contacten op Printer.
B
Selecteer contacten in de lijst en klik op Toevoegen om verder te gaan naar het venster Toevoegen aan
Geadresseerde.
C
Selecteer ontvangers in de weergegeven lijst en druk vervolgens op Bewerken.
D
Voeg naar behoee persoonsgegevens toe, zoals Bedrijf/org. en Functie en klik vervolgens op OK om
terug te keren naar het scherm Toevoegen aan Geadresseerde.
E
Schakel indien nodig het selectievakje voor Registreren in het Telefoonboek pc-fax in om de contacten
op te slaan in Telefo onb o ek pc-fax.
F
Klik op OK.
❏ Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) rechtstreeks opgeven:
Voer de onderstaande stappen uit.
A
Klik op het tabblad Handmatig kiezen.
B
Voer de benodigde informatie in.
C
Klik op Toevoegen.
Als u vervolgens klikt op Reg. in telefoonboek, kunt u de ontvangers opslaan in de lijst onder het tabblad
Tel efoonb o ek p c-fax.
Opmerking:
❏ Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in
plaats van de exacte
prexcode,
voer u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de
onderstaande koppeling naar gerelateerde informatie.
❏ Als u Voer het faxnummer tweemaal in hebt geselecteerd in de Optionele instellingen op het startscherm van FAX
Utility, moet u hetzelfde nummer opnieuw invoeren wanneer u op Toe v oe g en of Vol ge nd e klikt.
De ontvanger wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die wordt weergegeven in het bovenste deel van
het venster.
7.
Geef de inhoud van het voorblad op.
A
Als u een voorblad wilt toevoegen, selecteert u een van de sjablonen uit Vo orb la d. Voer Onderwerp en
Bericht in. Houd er rekening mee dat er geen functie is voor het maken van een origineel voorblad of voor het
toevoegen van een origineel voorblad aan de lijst.
Als u geen voorblad wilt toevoegen, selecteert u Geen voorblad bij Voor bla d.
B
Klik op Voorblad opmaken als u de volgorde van de items op het voorblad wilt wijzigen. U kunt het
formaat van het voorblad selecteren in Papierformaat. U kunt een voorblad selecteren dat een ander formaat
hee
dan het document dat wordt verzonden.
C
Klik op Lettertype als u het lettertype dat of de lettergrootte die op het voorblad wordt gebruikt, wilt
wijzigen.
D
Klik op Instellingen afzender als u de informatie over de afzender wilt wijzigen.
E
Klik op Gedet. voorbld als u het voorblad met het onderwerp en het bericht dat u hebt ingevoerd, wilt
controleren.
F
Klik op Volge nde.
8. Controleer de inhoud van de documenten die worden verzonden en klik op Verzenden.
Controleer voor verzenden of de naam en het faxnummer van de ontvanger correct zijn. Klik op Vo or be el d
om een voorbeeldweergave te bekijken van het voorblad en het document dat wordt verzonden.
Gebruikershandleiding
Faxen
158










