Operation Manual
23
Geavanceerde
1
Bij het afspelen van een schijf waarop zowel MP3/WMA-
bestanden als JPEG-bestanden staan, wordt het volgende
type lijst weergegeven met groeps- of track-(bestand) namen.
2
Druk op en selecteer de groep.
3
Wanneer u op drukt, gaat de aanwijzer naar de lijst met
tracknamen (bestandsnamen). Wanneer u op drukt,
gaat de aanwijzer terug naar de lijst met groepnamen.
4
Druk op en selecteer de track.
U kunt dezelfde keuze ook maken met behulp van .
5
Druk op of om te beginnen met afspelen.
Wanneer u op drukt gedurende , begint doorlopend
afspelen vanaf het gekozen bestand (diavertoning
*
). Wanneer u op
drukt, wordt alleen het geselecteerde bestand afgespeeld.
* Tijdens een diavertoning wordt ieder bestand circa drie seconden lang
weergegeven voordat het volgende bestand op het scherm komt. Als
alle bestanden eenmaal zijn weergegeven, wordt de diavertoning
automatisch gestopt.
• U kunt ook tracks kiezen door het tracknummer met de cijfertoetsen in
te voeren. In dat geval zijn de stappen 3-5 niet nodig.
Wanneer u een schijf afspeelt waarop een combinatie van verschillende
bestandstypen staat (MP3-/WMA-bestanden en JPEG-bestanden), kiest u
in het menu voor PICTURE-instellingen (Beeld-instellingen) “FILE TYPE
(BESTANDSTYPE)” welk type u wilt afspelen.
sp. 49
MP3/WMA audio afspelen (Image Off, Beeld Uit)
Wanneer u uw menukeuze hebt gemaakt en het geluid begint, drukt u op . Er
klinkt dan een pieptoon en de projectielamp gaat uit, zodat u alleen de afgespeelde
muziek hoort.
Druk op om de lamp weer aan te zetten. Wanneer de lamp is uitgezet en het
lampje Image Off (Beeld Uit) oranje knippert, gaat de lamp niet meer aan – ook
niet als u op drukt. Wacht tot het lampje Image Off (Beeld Uit) uitgaat.
MP3/WMA en JPEG afspelen
Schakel de positie [Function] (Functie) in
voordat u handelingen gaat uitvoeren