Operation Manual
36
Lijst met functies
Computer1 Input
(Computer1-invoer)
(alleen EMP-82/62)
Hiermee selecteert u het ingangssignaal in overeenstemming met de apparatuur die is aangesloten op de Computer1-poort.
Als de optie is ingesteld op "Auto (Automatisch)", wordt het ingangssignaal automatisch ingesteld in overeenstemming met de
aangesloten apparatuur.
Als de kleuren niet correct worden weergegeven wanneer u "Auto" selecteert, selecteert u handmatig het juiste ingangssignaal voor de
aangesloten apparatuur.
Computer2 Input
(Computer2-invoer)
(alleen EMP-82/62)
Hiermee selecteert u het ingangssignaal in overeenstemming met de apparatuur die is aangesloten op de Computer2-poort.
Als de optie is ingesteld op "Auto (Automatisch)", wordt het ingangssignaal automatisch ingesteld in overeenstemming met de
aangesloten apparatuur.
Als de kleuren niet correct worden weergegeven wanneer u "Auto" selecteert, selecteert u handmatig het juiste ingangssignaal voor de
aangesloten apparatuur.
Video Signal
(Videosignaal)
(Aanpassing is alleen mogelijk als composietvideo- of S-Video-signalen binnenkomen.)
Hiermee stelt u de indeling van het videosignaal in.
Met de optie "Auto" (Automatisch) worden beeldsignalen automatisch herkend. Als er storing optreedt in de geprojecteerde beelden of
als er geen beelden verschijnen wanneer u "Auto" selecteert, selecteert u handmatig het juiste signaal.
Resize (Formaat
wijzigen)
Hiermee stelt u de hoogte-breedteverhoudingg voor geprojecteerde beelden in. s pagina 21
Reset
(Standaardwaarden)
Hiermee herstelt u de standaardwaarden van alle instellingen in het menu "Signal", behalve "Computer Input", "Computer1 Input" en
"Computer2 Input".
Als u de standaardinstellingen van alle menuopties wilt herstellen, raadpleegt u "Reset All" (Alle standaardwaarden). s pagina 41
Submenu Functie