Operation Manual
35
Lijst met functies
"Het menu "Signal (Signaal)"
Welke opties u kunt instellen hangt af van de invoerbron die momenteel wordt geprojecteerd. De instellingen worden voor elke bron afzonderlijk opgeslagen.
Submenu Functie
Auto Setup
(Automatische
configuratie)
Hiermee bepaalt u of de functie die beelden automatisch optimaliseert wanneer de invoerbron wordt gewijzigd, wordt ingeschakeld ("On
(Aan)") of uitgeschakeld ("Off (Uit)"). s pagina 13
Trackingg Hiermee past u computerbeelden aan wanneer verticale strepen in het beeld verschijnen. s pagina 13
Sync.
(Synchronisatie)g
Hiermee past u computerbeelden aan als ze flikkeren, onscherp zijn of andere storingen bevatten. s pagina 14
Position (Positie) Hiermee verplaatst u het beeld verticaal en horizontaal.
Progressief (Aanpassing is alleen mogelijk als composietvideo- of S-Video-signalen binnenkomen.)
Off (Uit): IP-conversie wordt uitgevoerd voor elk veld op het scherm. Deze optie is geschikt wanneer u beelden met veel beweging
weergeeft.
On (Aan): Interlacedg signalen (i) worden omgezet in progressiefg signalen (p). Deze optie is geschikt wanneer u stilstaande beelden
weergeeft.
Computer Input
(Computerinvoer)
(alleen EMP-X3)
Hiermee selecteert u het ingangssignaal in overeenstemming met de apparatuur die is aangesloten op de computerpoort.
Als de optie is ingesteld op "Auto (Automatisch)", wordt het ingangssignaal automatisch ingesteld in overeenstemming met de
aangesloten apparatuur.
Als de kleuren niet correct worden weergegeven wanneer u "Auto" selecteert, selecteert u handmatig het juiste ingangssignaal voor de
aangesloten apparatuur.
Computer/RGB-video Componentvideog Composietvideog/ S-Videog
Schermafbeelding van de EMP-X3 Schermafbeelding van de EMP-X3