Operation Manual
33
Lijst met functies
"Het menu "Image (Beeld)"
Welke opties u kunt instellen hangt af van de invoerbron die momenteel wordt geprojecteerd. De instellingen worden voor elke bron afzonderlijk opgeslagen.
Submenu Functie
Color Mode
(Kleurmodus)
Hiermee selecteert u de kwaliteit van het beeld in overeenstemming met de omgeving. s pagina 15
Brightness
(Helderheid)
Hiermee past u de helderheid van het beeld aan.
Contrastg Hiermee past u het verschil tussen licht en donker in het beeld aan.
Color Saturation
(Kleurverzadiging)
Hiermee past u de kleurverzadiging van het beeld aan.
Tint (Aanpassing is alleen mogelijk als componentvideo- of NTSC-signalen binnenkomen.) Hiermee past u de tint van het beeld aan.
Sharpness (Scherpte) Hiermee past u de scherpte van het beeld aan.
Kleurtemperatuurg
(alleen EMP-X3)
U kunt de algemene tint van het beeld aanpassen. Als u "High" (Hoog) selecteert, wordt het beeld blauwer, terwijl het beeld roder wordt
als u "Low" (Laag) selecteert.
(U kunt deze optie niet selecteren als "sRGBg" is geselecteerd als instelling voor "Color Mode (Kleurmodus)" in het menu
"Image (Beeld)".)
Computer/RGB-video Componentvideog/ Composietvideog/ S-Videog
Schermafbeelding van de EMP-X3 Schermafbeelding van de EMP-X3