Operation Manual
Basishandelingen
29
De positie van het geprojecteerde beeld wijzigen (lensverschuiving)
Als de projector niet helemaal recht voor het scherm kan staan, kunt u de beeldpositie gemakkelijk bijregelen
door middel van lensverschuiving.
Pas aan met de draaiknop voor lensverschuiving.
U kunt de positie naar boven, onder, links en rechts be-
wegen binnen de stippellijn in de figuur die rechts
wordt getoond.
In verticale (V) richting (naar boven en onder) is ver-
schuiving mogelijk over maximaal 96% van de hoogte
van het scherm. In horizontale (H) richting (naar links en
rechts) is dit 47% van de breedte van het scherm.
U brengt de beeldpositie weer naar het midden door
de draaiknop in het midden te zetten.
U vindt het midden van het verschuivingsbereik door
aan de draaiknop te draaien tot u een klik hoort.
Let op
Zet de lens in de middenstand wanneer u de projector vervoert. Als u de projector vervoert wanneer de
lens naar boven, onder, links of rechts is verschoven, kan het verschuivingsmechanisme beschadigd raken.
c
Als keystonevervorming optreedt wanneer u schuin projecteert met gebruik van lensverschuiving,
kunt u die vervorming mogelijk niet helemaal corrigeren. Wanneer u lensverschuiving wilt
gebruiken, zet de projector dan evenwijdig aan het scherm en regel de positie vervolgens alleen bij
met lensverschuiving.