Operation Manual
Het beeld bijstellen
44
Functie Uitleg
Ophalen uit geheugen
Hiermee haalt u instellingen op die zijn opgeslagen in het geheugen.
Wanneer u een geheugenkaart selecteert en drukt op de
knop, wor-
den de instellingen toegepast op de huidige afbeelding vervangen door
de instellingen uit het geheugen.
Geheugen wissen
Hiermee wist u de instellingen uit het geheugen. Wanneer u een geheu-
gennaam selecteert en drukt op de
knop, dan wordt een bericht
weergegeven. Selecteer Jaen druk vervolgens op de
knop om het
geselecteerde geheugen te wissen.
Naam geheugen wijz.
Hiermee wijzigt u de naam van de geheugenpositie. Selecteer de geheu-
gennaam die u wilt veranderen en druk op de
knop. Voer de naam
voor het geheugen in met behulp van het softwarematige toetsenbord.
s pag.92
Als u klaar bent, beweegt u de cursor over Finishen druk dan op de
knop.
Lenspositie laden
Laadt het geregistreerde lenspositiegeheugen. Wanneer u de lensposi-
tienaam selecteert en u drukt op de
knop, dan wordt de aanpas-
singswaarde voor het geselecteerde lenspositiegeheugen toegepast.
Lenspositie wissen
Verwijdert het geregistreerde lenspositiegeheugen. Wanneer u een lens-
positienaam selecteert en drukt op de
knop, dan wordt een bericht
weergegeven. Selecteer Jaen druk vervolgens op de
knop om het
geselecteerde lenspositiegeheugen te wissen.
Lenspos. hernoemen
Verandert de naam van het lenspositiegeheugen. Selecteer de lensposi-
tienaam die u wilt veranderen en druk op de
knop. Voer de naam van
het lenspositiegeheugen in met behulp van het schermtoetsenbord.
s pag.92
Als u klaar bent, beweegt u de cursor over Finishen druk dan op de
knop.