Operation Manual
Basishandelingen
30
Aanpassen van de positie van het geprojecteerde beeld (Aanpassing lensverschuiving)
Als de projector niet direct recht voor het scherm kan worden geïnstalleerd, kunt u de beeldpositie
gemakkelijk bijregelen door middel van lensverschuiving.
a
Druk driemaal op de knop op de afstandsbediening.
Lensversch. aanp. wordt weergegeven op het scherm.
b
Gebruik de knoppen om de positie van het beeld aan te passen.
U kunt de afbeelding verplaatsen binnen het aangegeven bereik, aangegeven door de stippellijn in
het volgende figuur.
c
Houd de knoppen vast
om het beeld horizontaal en verticaal terug
te plaatsen in de centrale positie. De positie
waar het beeld stopt is het centrum.
c
Druk op de knop om de aanpassing te voltooien.
c
Als het volgende bericht wordt weergegeven als u verandert naar Lensversch. aanp., zal met
de
knoppen het beeld in tegengestelde richting bewegen.
Wanneer Voor/bovenkant of Achter/boven ingesteld is voor Projectie, selecteert u
Omgekeerd.
s
Uitgebreid - Projectie pag.87
Let op
•
Bij verplaatsing van de projector zet u de lenspositie in het centrum. Als u de projector verplaatst wanneer
de lens zich niet in de centrale positie bevindt, kan het lensverschuivingsmechanisme worden beschadigd.
•
Steek uw vinger niet in de bewegende delen van de projectorlens. Anders kunt u letsel oplopen.
c
Wanneer u de projector niet recht voor het scherm kunt plaatsen, raden wij u aan om de
projectiepositie bij te regelen met lensverschuiving.