Operation Manual
Configuratiemenu
66
Functie Menu/instellingen Uitleg
Autom. confi-
guratie
*3
Aan, Uit Hiermee bepaalt u of het beeld automatisch
moet worden aangepast op het moment dat het
ingangssignaal verandert. Wanneer deze optie is
ingeschakeld, worden Tracking, Positie en Sync.
automatisch geconfigureerd.
Overscannen
*1
*2
Automatisch, Uit, 4% en 8% Wijzigt de beeldverhouding (het bereik van het
geprojecteerde beeld).
•
Uit, 4% op 8%: Hiermee stelt u het bereik van
het beeld in. Wanneer ingesteld op Uit, zal het
gehele bereik van het beeld worden geprojec-
teerd. Afhankelijk van het beeldsignaal kunt u
ruis zien aan de boven- en onderkant van het
beeld.
•
Automatisch: afhankelijk van het ingangssig-
naal, kan deze optie automatisch op Uit of 8%
worden ingesteld.
Afdekken
Dekt een deel van het beeld af met een leeg
(zwart scherm). U kunt boven, onder, links of
rechts van het beeld instellen.
Geavanceerd
Videobereik
HDMI
*1
*2
Automatisch, Nor-
maal, Uitgebreid
(Dit kan alleen worden ingesteld wanneer EP-
SON Super White op Uit staat.)
Bij een instelling op Automatisch, wordt het vi-
deoniveau voor het DVD-ingangsingaal naar de
HDMI1 of HDMI2 poorten automatisch gedetec-
teerd en ingesteld.
Als u onder- of overbelichting ziet in de stand
Automatisch, stem het videoniveau van de pro-
jector dan af op dat van de dvd- of Blu-ray-speler.
Uw speler is mogelijk ingesteld op Normaal of
Uitbreiden.
Kleurruimte
*1
Automatisch, BT.
709, BT.2020
Stelt het conversiescherm in voor de kleurruim-
te.
Dynamisch bereik
*1
Automatisch, SDR,
HDR Modus1, HDR
Modus2, HDR Mo-
dus3, HDR Modus4
Bij ontvangst van een HDR (High Dynamic Ran-
ge) signaal, gebruikt u dit als de HDR-informatie
niet correct in het beeldsignaal wordt weerge-
geven.
Beeldverwerking Fijn, Snel
*1
*3
Hiermee verbetert u de reactiesnelheid voor
snelle beelden, zoals games.
Resetten
Ja, Nee
Reset alle Signaal-instellingen, behalve voor Di-
ag. Schermgrootte, Weergavemelding 3D en
Hoogte-breedte.
*1
Alleen wanneer een HDMI1 of HDMI2-beeldsignaal wordt ingevoerd.
*2
De instellingen worden opgeslagen per type bron of signaal.
*3
Alleen als een PC beeldsignaal wordt ingevoerd.