Operation Manual

Problemen oplossen
87
Controleer Oplossing
Heeft zich condens op de lens gevormd? Als u de projector plotseling van een koude omgeving naar een
warme omgeving verplaatst, of als de omgevingstemperatuur
plotseling verandert, kan er condensvorming op de lens optre‐
den. Hierdoor kan het beeld vaag overkomen. Plaats de projector
ongeveer één uur voordat u hem wilt gebruiken in de kamer. Als
de projector nat is van de condens, zet de projector dan uit, maak
het stroomsnoer los en laat alles zo een tijdje staan.
Interferentie of vervormd beeld
Controleer Oplossing
Is de instelling voor het beeldsignaal juist? Video als ingangssignaal
Als er niets wordt geprojecteerd terwijl Videosignaal is inge‐
steld op Automatisch via het configuratiemenu, stel dan het
signaal in dat overeenkomt met de aangesloten apparatuur.
s Uitgebreid - Ingangssignaal - Videosignaal pag.77
Component als ingangssignaal
Als er niets wordt geprojecteerd terwijl Component is ingesteld
op Automatisch via het configuratiemenu, stel dan het signaal
in dat overeenkomt met de aangesloten apparatuur.
s Uitge‐
breid - Ingangssignaal - Component pag.77
Zijn de kabels op de juiste manier aangeslo‐
ten?
Controleer of alle benodigde kabels goed zijn aangesloten.
s pag.19
Gebruikt u een verlengsnoer? Als u een verlengsnoer gebruikt kunnen de signalen door elek‐
trische interferentie worden vervormd.
(Alleen als er computerbeelden worden ge‐
projecteerd)
Zijn de instellingen voor Sync. en Tracking
juist ingesteld?
De projector werkt met automatische aanpassingen om opti‐
maal te kunnen projecteren. Afhankelijk van het signaal zijn
sommige aanpassingen mogelijk niet correct (ook niet na zelf‐
correctie). Als dit gebeurt, moet u de instellingen voor Trac‐
king en Sync. aanpassen in het configuratiemenu.
s Signaal -
Tracking/Sync. pag.71
(Alleen als er computerbeelden worden ge‐
projecteerd)
Hebt u de juiste resolutie geselecteerd?
Stel de computer zodanig in dat de uitgevoerde signalen com‐
patibel zijn met de projector.
s pag.101
Een deel van het beeld is afgevlakt (lang) of kort
Controleer Oplossing
Is de juiste instelling geselecteerd bij Hoogte-
breedte?
Druk op de knop
en selecteer een instelling bij Hoogte-
breedte die past bij het ingangssignaal.
s Signaal - Hoogte-
breedte pag.71
(Alleen als er computerbeelden worden ge‐
projecteerd)
Hebt u de juiste resolutie geselecteerd?
Stel de computer zodanig in dat de uitgevoerde signalen com‐
patibel zijn met de projector.
s pag.101