Operation Manual

Het beeld bijstellen
34
Het beeld bijstellen
De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus)
U kunt zelf de optimale beeldkwaliteit voor uw projectieomgeving instellen. De helderheid van het beeld is
afhankelijk van de geselecteerde modus.
a
Druk op de knop .
c
U kunt instellingen opgeven in het configuratiemenu.
s
Beeld - Kleurmodus pag.78
b
Selecteer Kleurmodus.
Druk op de knoppen in het weergegeven menu en selecteer Kleurmodus. Druk
vervolgens op de knop om de selectie te bevestigen.
Bij het projecteren van 2D-beelden
U kunt kiezen uit Automatisch, Dynamisch, Woonkamer, Natuurlijk en Cinema.
3D Dynamisch en 3D Bioscoop zijn grijs gemaakt en kunnen niet worden geselecteerd.
Wanneer er 3D-beelden worden geprojecteerd
U kunt 3D Dynamisch en 3D Bioscoop selecteren.
Automatisch, Dynamisch, Woonkamer, Natuurlijk en Cinema worden grijs weergegeven en kunnen
niet worden geselecteerd.
Keuzemogelijkheden bij het projecteren van 2D-beelden
Modus Toepassing
Automatisch
Hiermee wordt de kleurmodus automatisch aangepast aan de omgeving. De optimale
beeldkwaliteit wordt ingesteld op basis van de helderheid van de ruimte die de sensor
detecteert (functie automatische kleuraanpassing).
Dynamisch
Deze modus is ideaal voor goed verlichte kamers.
Woonkamer
Deze modus is ideaal voor goed verlichte kamers. Beelden zijn helder en scherp.
Natuurlijk
Deze modus is ideaal voor een donkere kamer. Wij raden u aan om in deze modus met
kleuraanpassing te werken.