Operation Manual
Basishandelingen
26
Projecteren starten en stoppen
De projector aanzetten en projecteren
a
Sluit de apparatuur aan op de
projector.
b
Sluit het stroomsnoer aan.
Gebruik het meegeleverde stroomsnoer.
c
Verwijder de lensdop.
d
Zet de aangesloten apparatuur aan.
e
Zet de projector aan.
Afstandsbedie‐
ning
Bedieningspaneel
c
Wanneer Dir. Inschakelen is
ingesteld op Aan, kunt u
beginnen met projecteren door
de stekker van het stroomsnoer in
het stopcontact te steken, zonder
dat u verder op knoppen hoeft te
drukken.
s
Instellingen -
Bewerking - Dir.
Inschakelen pag.82
Waarschuwing
Kijk niet in de lens tijdens het projecteren.
Let op
Haal het stroomsnoer niet uit de
hoofdprojectoreenheid of het stopcontact tijdens
projecteren.
c
•
Met de functie Kinderslot van deze projector kunt u voorkomen dat kinderen het apparaat per ongeluk
aanzetten. Met de functie Toetsvergrendeling voorkomt u dat u per ongeluk iets doet op de projector.
s Instellingen - Slotinstelling - Kinderslot/Toetsvergrendeling pag.82
•
Als u de projector op een hoogte van 1.500 m of hoger gebruikt, stel dan Hoogtemodus in op Aan.
s Instellingen - Bewerking - Hoogtemodus pag.82
•
Met de functie Autom. configuratie van de project worden automatisch optimale instellingen
geselecteerd wanneer het ingangssignaal verandert van het beeld van de aangesloten computer.
s Signaal - Autom. configuratie pag.80
•
Deze projector wordt standaard geleverd met een Trigger Out-poort om de huidige voedingsstatus
van de projector (aan/uit) door te geven aan externe apparatuur. Wanneer u deze functie wilt
gebruiken, moet u Trigger Uit instellen.
s Instellingen - Bewerking - Trigger Uit pag.82
•
Tijdens het projecteren moet u de lensdop niet bevestigen.
•
Als u de projector aan het plafond hangt en de lensdop verwijdert, moet u de dop op een veilige plaats
bewaren. U hebt de lensdop later weer nodig bij eventueel transport van de projector.










