Operation Manual

Instellingen Beeldkwaliteit - menu Beeld
96
Met de instellingen in het menu Beeld kunt u de kwaliteit van uw beeld
aanpassen voor de ingangsbron die u momenteel gebruikt. De beschikbare
instellingen zijn afhankelijk van de momenteel geselecteerde ingangsbron.
Om instellingen voor een ingangsbron te wijzigen, moet u controleren of de
bron is aangesloten en die bron selecteren.
Instelling Opties Beschrijving
Kleurmodus Raadpleeg de lijst
met beschikbare
kleurmodi
Regelt de levendigheid van de
beeldkleuren voor verschillende
beeldtypes en omgevingen.
Helderheid Verschillende
niveaus beschikbaar
Maakt het algemene beeld helderder of
donkerder.
Contrast Verschillende
niveaus beschikbaar
Stelt het verschil in tussen lichte en
donkere gebieden van het beeld.
Kleurverzadiging Verschillende
niveaus beschikbaar
Past de intensiteit van de beeldkleuren
aan.
Tint Verschillende
niveaus beschikbaar
Past de balans van groene tot magenta
kleurtinten in het beeld aan.
Scherpte Verschillende
niveaus beschikbaar
Regelt de scherpte of zachtheid van
beelddetails.
Instelling Opties Beschrijving
Kleurtemperatuur Stelt de kleurtint in op basis van de
kleurtemperatuur. Een hoge waarde geeft
het beeld een blauwe tint; een lage
waarde geeft het beeld een rode tint.
Kleurtemperatuur Kleurtemperatuur: stelt de
kleurtemperatuur in volgens de
kleurmodus die u hebt geselecteerd.
Op maat Op maat: past de individuele
componenten R (rood), G (groen) en B
(blauw) van de verschuiving en de
versterking aan.
Beeldverbetering Hiermee wijzigt u de waargenomen
resolutie van het beeld:
Ruisvermindering Ruisvermindering: vermindert de
flikkering in analoge beelden.
Detailverbetering Detailverbetering: creëert een meer
nadrukkelijkere structuur en fysisch
gevoel van het beeld.
Geavanceerd Selecteert de verschillende gedetailleerde
kleurinstellingen:
Deinterlacing
(Voor
geïnterlinieerde
signaalingang
[480i/576i/1080i])
Deinterlacing: stelt in of
geïnterlinieerde-naar-progressieve
signalen al dan niet worden
geconverteerd voor bepaalde
videobeeldtypes.
Uit: voor snel bewegende
videobeelden.
Video: voor de meeste videobeelden.
Film/Auto: voor films,
computerbeelden en animatie.
Autom. iris Uit
Normaal
Hoge snelheid
Past de geprojecteerde helderheid aan op
basis van de beeldhelderheid.