Operation Manual

Inleiding
10
Naam Functie
l
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel op de projector. s pag.10
Bedieningspaneel
Knoppen/indicatielampjes Functie
a
Helderheidssensor
Detecteert de helderheid van de ruimte. Met Kleurmodus op "Automatisch"
wordt de optimale beeldkwaliteit ingesteld op basis van de helderheid die de
sensor detecteert.
s pag.29
b
Indicatielampje
Knippert tijdens het opwarmen of afkoelen. De status van de projector wordt
aangegeven door een combinatie van lampjes die branden of knipperen.
s pag.69
c
Hiermee schakelt u de projector in of uit. s pag.22
Brandt wanneer de projector aan is.
s pag.70
d
Hiermee selecteert u het beeld van een andere ingang. s pag.23
e
Het oranje lampje knippert wanneer het tijd wordt om de lamp te vervangen.
Foutmeldingen worden aangegeven door een combinatie van lampjes die
branden of knipperen.
s pag.69
f
Het oranje lampje knippert als de binnentemperatuur te hoog is. Foutmeldin-
gen worden aangegeven door een combinatie van lampjes die branden of
knipperen.
s pag.69
g
Hiermee selecteert u het volume en de instellingen voor menuopties.
s pag.28
Wanneer het scherm Keystone wordt weergegeven, voert u hiermee een ho-
rizontale keystonecorrectie uit.
s pag.27
h
Hiermee selecteert u de gewenste instelling voor de keystonecorrectie en me-
nuopties.
s pag.27
i
Wanneer een menu wordt weergegeven, keert u hiermee terug naar het vorige
menuniveau.
s pag.56
j
Wanneer een menu wordt weergegeven, selecteert u hiermee functies en in-
stellingen.
s pag.56