Operation Manual
Menu Beeld
De instelbare items hangen af van het beeldsignaal en de beeldbron die
wordt geprojecteerd. De instellingsgegevens worden voor elk beeldsignaal
opgeslagen.
Submenu Functie
Kleurmodus
Stel hier de beeldkwaliteit in die bij uw omgeving past.
s "De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren)"
pag.46
Helderheid
Stel hier de helderheid van het beeld in.
Contrast
Stel hier het verschil in tussen licht en donker in het beeld.
Kleurverzadi‐
ging
Stel hier de kleurverzadiging voor het beeld in.
Tint
(U kunt deze alleen aanpassen als een componentvideosignaal
wordt ingevoerd. In geval van een composiet- of S-videosignaal
is aanpassing alleen mogelijk bij een NTSC-signaal.)
Stel hier de kleurschakering in.
Scherpte
Stel hier de scherpte van het beeld in.
Submenu Functie
Kleurtempera‐
tuur
Stel hier de tint van het beeld in. U kunt tinten in drie fasen
aanpassen van Hoog, Middel en Laag. Bij Hoog geeft het beeld
een blauwe tint; bij Laag geeft het beeld een rode tint.
Kleuraanpassing
U kunt de kleurintensiteit afzonderlijk instellen voor Rood,
Groen en Blauw.
Autom. iris
Stel in op Normaal of Hoge snelheid als u de iris wilt aanpassen
voor een optimale belichting van de geprojecteerde beelden.
Selecteer Hoge snelheid om snellere correcties aan de iris te
maken om de snelheid van de scène te volgen.
De instelling wordt opgeslagen voor elke kleurmodus.
s "Autom. iris instellen" pag.47
Resetten
Hier kunt u alle correctiewaarden die u hebt ingesteld in het
menu Beeld herstellen naar hun standaardwaarden. U vindt
meer informatie over het herstellen van de standaardwaarden
voor de menu-items in:
s "Menu Resetten" pag.105
Menu Signaal
De instelbare items hangen af van het beeldsignaal en de beeldbron die
wordt geprojecteerd. De instellingsgegevens worden voor elk beeldsignaal
opgeslagen.
Lijst met Functies
90