Operation Manual

a
Als Wachtwoordbeveiliging al is ingeschakeld, moet u het
wachtwoord invoeren.
Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt het
instellingenmenu voor Wachtwoordbeveilig. weergegeven.
s "Wachtwoord invoeren" pag.53
Nadat het wachtwoord is ingesteld, plakt u de Beveiligd-met-
wachtwoord-sticker als extra afschrikmiddel op een zichtbare
plaats op de projector.
s Beveiligd-Met-Wachtwoord-Sticker
b
Selecteer het type wachtwoordbeveiliging dat u wilt instellen en
druk op de [
]-knop.
c
Selecteer Aan en druk op de [ ]-knop.
Als u op de [Esc]-knop drukt, wordt het in stap 2 getoonde scherm
opnieuw weergegeven.
d
Het wachtwoord instellen
(1)
Selecteer Wachtwoord en druk op de [
]-knop.
(2)
Het bericht "Wachtwoord wijzigen?" wordt weergegeven. Selecteer Ja en
druk op de [
]-knop. Het standaardwachtwoord is "0000". Wijzig dit in
het door u gekozen wachtwoord. Als u Nee selecteert, wordt het in stap 2
getoonde scherm opnieuw weergegeven.
(3) Houd de [Num]-knop ingedrukt en voer met de numerieke knoppen een
getal van vier cijfers in. Het ingevoerde nummer wordt weergegeven als "*
* * *". Als u het vierde cijfer invoert, wordt het bevestigingsscherm
weergegeven.
Afstandsbediening
(4) Voer het wachtwoord opnieuw in.
De melding "Het nieuwe wachtwoord is opgeslagen." wordt
weergegeven.
Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er een melding dat u het
wachtwoord opnieuw moet invoeren.
Wachtwoord invoeren
Als het wachtwoordinvoerscherm wordt weergegeven, voert u met de
afstandsbediening het wachtwoord in.
Houd de [Num]-knop ingedrukt en voer met de numerieke knoppen het
wachtwoord in.
Beveiligingsfuncties
53