Operation Manual

Submenu Functie
stroom wordt in- of uitgeschakeld of dat de afkoelperiode
is afgelopen.
• Indicatoren: Wanneer dit is ingesteld op Uit, dan worden
de indicatielampjes van de projector uitgeschakeld, met
uitzondering van afwijkingen of waarschuwingen.
• Meteen uit: Wanneer dit is ingesteld op Ingeschakeld,
gaat de beamer ongeveer drie seconden na het
uitschakelen naar stand-by. Als u de voeding onmiddellijk
opnieuw inschakelt na het uitschakelen, kan
opdrachtcommunicatie worden afgebroken. Om de
opdrachtcommunicatie te stabiliseren, stelt u dit in op
Uitgeschakeld. Wanneer dit Uitgeschakeld is, gaat de
beamer ongeveer 75 seconden na het uitschakelen naar
standby.
• Knop omgek. richting: Instellen op Aan als de projector
aan het plafond wordt geïnstalleerd.
• AC-spanningsbewaking: wanneer dit op Aan staat en de
projector met een andere methode dan door het
indrukken van de voedingsknop wordt uitgeschakeld
(inclusief direct uitschakelen), verschijnt een
dialoogvenster AC-spanningsbewaking wanneer de
projector de volgende keer wordt ingeschakeld. Stel dit in
op Uit als u regelmatig direct uitschakelen gebruikt.
• Lenstype: Bij gebruik van de volgende lens, selecteert u
het modelnummer van de lens.
ELPLS04, ELPLU02, ELPLR04, ELPLW04, ELPLM06,
ELPLM07, ELPLL07
Datum & tijd: Hiermee stelt u de systeemtijd van de
projector in.
s
"De tijd instellen" pag.45
Kalibratie lens: Verkrijgt informatie over de lens die is
geïnstalleerd bij de projector.
Submenu Functie
A/V-instellingen
A/V-uitvoer: Stel dit in op Altijd als u audio en foto's op
een extern apparaat wilt weergeven, zelfs wanneer de
projector stand-by staat.
Monitor Uit: Selecteer de uitvoer naar een externe monitor
wanneer de projector in stand-by staat. Als deze optie is
ingesteld op Automatisch, worden analoge RGB-signalen
van de Computer- of BNC-ingang uitgevoerd, afhankelijk
van de bron die was geselecteerd toen de projector werd
uitgeschakeld.
Audio-instellingen: Voer de volgende instellingen voor het
geluid uit.
• Audio-uitvoer: Selecteer de audio die moet uitgevoerd
worden wanneer beelden vanaf de Computer-poort, BNC-
poort of DVI-D-poort worden geprojecteerd. Wanneer
ingesteld op Automatisch, wordt audio uitgevoerd vanaf
de audio-ingang die overeenkomt met elke
beeldingangspoort.
s "Apparatuur aansluiten" pag.49
• HDMI-audio-uitvoer: Selecteer de audiobron wanneer u
beeld projecteert via de HDMI-ingang. Als u HDMI
selecteert, wordt het geluid voor het beeld ongewijzigd
uitgevoerd. Als u Audio3 selecteert, wordt het geluid van
de Audio3-ingang uitgevoerd.
Lijst met functies
161