Operation Manual
b
Selecteer Geavanceerd vanuit Beeld en druk vervolgens op de
knop [
].
c
Selecteer Gamma en druk vervolgens op de [ ] knop.
d
Selecteer Op maaten bevestig dit door op de knop [ ] te
drukken.
e
Selecteer Aanpassen vanuit de grafiek en bevestig dit door te
drukken op de knop [
].
f
Gebruik de [ ][ ] knoppen om de toon die u wilt wijzigen te
selecteren en gebruik dan de knoppen [
][ ] om aan te passen.
Wanneer u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen,
bevestigt u dit met behulp van de knop [
].
Als u gebruikmaakt van de knoppen [
][ ] om de toon te
selecteren die u wilt wijzingen, zal het beeld knipperen en kunt u het
toongebied van de beoogde aanpassing controleren.
g
Wanneer Wilt u doorgaan met het aanpassen van de instelling?
wordt getoond, selecteert u Ja of Nee.
Om een andere toon aan te passen, selecteert u Jaen herhaalt u het
proces vanaf stap 6.
Frame-interpolatie
Het huidige en het vorige frame worden gebruikt om tussenliggende
beeldjes te maken zodat bewegingen vloeiender kunnen worden
weergegeven. U kunt ook houterige bewegende beelden maken, door frames
over te laten slaan bij projectie van snel bewegende beelden.
a
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
Geprojecteerde beelden bijstellen
86










