Operation Manual

Lijst met functies
42
Signaal-menu
Welke items kunnen worden ingesteld is afhankelijk van het beeldsignaal dat op dat moment wordt geprojecteerd (zie onderstaande schermafdrukken). De
instellingsgegevens worden voor elk beeldsignaal opgeslagen.
U kunt geen instellingen opgeven in het "Signaal"-menu wanneer de bron EasyMP is (alleen EB-G5350/G5150).
Computerbeeld Signalen die binnenkomen via
de HDMI-ingang
Componentvideog Composietvideog/S-videog
Submenu Functie
Autom. configuratie U kunt instellen dat het beeld automatisch de optimale status kiest (Aan) of niet (Off) als het ontvangen signaal verandert. s pag.73
Resolutie Met "Automatisch" wordt de resolutie van het ingangssignaal automatisch geïdentificeerd. Als het beeld in de stand "Automatisch" niet goed
wordt geprojecteerd (er ontbreekt een deel van het beeld bijvoorbeeld), gebruik dan "Breed" (afhankelijk van de aangesloten computer) voor
breedbeeld of "Normaal" voor schermen met een verhouding van 4:3 of 5:4. Als de aangesloten computer vast is, kunt u "Handmatig" selecteren
en zelf de resolutie opgeven.
Trackingg Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als er verticale strepen in het beeld verschijnen. s pag.73
Sync.g Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als het beeld flikkert of wazig is, of als er interferentie optreedt. s pag.73
Positie Hier kunt u de positie van het venster naar boven, naar beneden, naar links en naar rechts bijstellen als een deel van het beeld niet wordt
geprojecteerd.