Operation Manual
Nuttige functies
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op nuttige functies voor het geven van presentaties e.d. en op de
beveiligingsfuncties.
Vertekening van het geprojecteerde beeld
corrigeren...........................................................17
• Vertekening corrigeren met Quick Corner ....................17
Het geprojecteerde beeld wijzigen.................... 19
• Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het
geprojecteerde beeld wijzigen (Source Search) ............19
• Direct wijzigen met de afstandsbediening ......................20
Functies voor het verbeteren van projecties ... 21
• De projectiekwaliteit selecteren
(Kleurenmodus selecteren) .............................................21
• Tijdelijk het beeld en geluid onderdrukken
(A/V Mute) .........................................................................22
• Het beeld bevriezen (Freeze)............................................22
• De hoogte-breedteverhouding wijzigen...........................23
Methode wijzigen ...........................................................................23
De hoogte-breedteverhouding wijzigen voor videoapparatuur ......23
De hoogte-breedteverhouding wijzigen voor computer-/
HDMI-apparatuur (alleen EB-G5350/G5300/G5150/G5100) .....24
De hoogte-breedteverhouding wijzigen voor computer-/
HDMI-apparatuur (voor EB-G5200W)........................................25
• Aanwijzer (Pointer) .......................................................... 27
• Deel van het beeld vergroten (E-Zoom) ......................... 28
Beperkingen in de doelprojector bij gebruik van
meerdere projectors ..........................................29
• Projector-id instellen ........................................................ 30
• Projector-id controleren .................................................. 30
• Afstandsbediening-id instellen ........................................ 31
De kleur voor meerdere projectors instellen
(Kleureninstelling multischermen)...................32
• Overzicht van de correctieprocedure ............................. 32
• Correctiemethode ............................................................. 32
Beveiligingsfuncties ...........................................34
• Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging) ............. 34
Manieren van wachtwoordbeveiliging........................................... 34
Wachtwoordbeveiliging instellen .................................................. 34
Wachtwoord invoeren.................................................................... 36
• Bediening beperken (Bedieningsvergrendeling)............ 36
• Antidiefstalvergrendeling ................................................ 37
Kabelslot installeren....................................................................... 37
Diefstal van lens voorkomen ......................................................... 38