Operation Manual

TCP/IP
Doel:
Voor het configureren van de TCP/IP-instellingen. De wijziging gaat van kracht nadat de printer uit
en weer aan is gezet.
Waarden:
IP Mode
(IP-modus)
Dual Stack*
Gebruikt zowel IPv4 als IPv6 voor het instellen van het
IP-adres.
IPv4 Mode (IPv4-modus)
Gebruikt zowel IPv4 voor het instellen van het IP-adres.
IPv6 Mode (IPv6-modus)
Gebruikt zowel IPv6 voor het instellen van het IP-adres.
IPv4 Get IP Address
(IP-adres opvr.)
DHCP/AutoIP*
Stelt automatisch het IP-adres in.
BOOTP
Gebruikt zowel BOOTP voor het instellen van het IP-adres.
RARP
Gebruikt zowel RARP voor het instellen van het IP-adres.
DHCP
Gebruikt zowel DHCP voor het instellen van het IP-adres.
Panel (Paneel)
Schakelt het IP-adres in dat is ingevoerd op het bedie-
ningspaneel.
IP Address (IP-adres)
Stelt handmatig het IP-adres dat is toegewezen aan de
printer.
Network Mask (Netwerkmasker)
Stelt handmatig het subnetmasker in.
Gateway Address (Gateway-adres)
Stelt handmatig het gatewayadres in.
Protocol
Doel:
Elk protocol in- of uitschakelen. De wijziging gaat van kracht nadat de printer uit en weer aan is gezet.
Waarden:
LPR Disable (Uitschake-
len)
Schakelt de Line Printer Daemon (LPR) poort uit.
Enable (Inschake-
len)*
Schakelt de LPR-poort in.
Epson AcuLaser C1750 Series Gebruikershandleiding
De menu's van het bedieningspaneel gebruiken 146