Operation Manual

Papierverwerking 39
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
Enveloppen
De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn omdat
enveloppen niet overal even dik zijn. Druk een of twee
enveloppen af om de afdrukkwaliteit te controleren.
c
Let op:
Geen vensterenveloppen gebruiken. Het plastic van de meeste
soorten vensterenveloppen smelt wanneer het in contact komt met
de fixeereenheid.
Opmerking:
Afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen, de afdrukomgeving
en de afdrukprocedure kunnen de enveloppen gekreukeld zijn. Maak
eerst een testafdruk voordat u gaat afdrukken op een groot aantal
enveloppen.
U kunt niet dubbelzijdig afdrukken op enveloppen.
Als u enveloppen gebruikt, moet u de volgende
papierinstellingen opgeven:
Geef de juiste instellingen op op het tabblad Basic Settings
(Basisinstellingen) in de printerdriver.
U kunt deze instellingen ook in het menu Tray (Papierlade)
van het bedieningspaneel wijzigen. Zie “Menu Tray
(Papierbak)” op pagina 278 voor meer informatie.
Paper Size
(Papierformaat):
IB5, C6, MON, C10, DL of C5
Paper Source
(Papierinvoer):
MP Tray (MP-lade, maximaal 20 vellen of
maximale stapeldikte van 20 mm)